Categorie archieven: Add&Anke bloggen

Ongeluk in een ander licht of Vandaar, die medicijnen

‘Laten we eerst eens benoemen wat ADHD is.’
Ik heb het maar gewoon gevraagd. ‘Waarom doen jullie – professionals en ervaringsdeskundigen die zich inzetten voor de belangen van mensen met AD(H)D – alsof medicijnen, liefst ritalin en concerta, het enige is dat echt helpt voor mensen met AD(H)D? Waarom lijkt dat meestal het eerste antwoord op de diagnose zelfs, waarom kijken jullie niet eerst verder?’

Ik vraag het aan Rob Pereira, kinderarts en voorzitter van belangenvereniging Impuls&Woortblind. Tot voor kort ‘kende’ ik hem als schrijver van naschriften bij artikelen over niet-medicinale aanpakken bij ADHD, waarin de strekking steeds was: ‘Harde wetenschappelijke bewijzen dat het werkt zijn er niet, dus gooi niet je pillen weg om met dit andere te experimenteren.’ Inmiddels weet ik, dat hij in de jaren tachtig, toen ADHD nog nauwelijks bekend was, voor het eerst ADHD bij kinderen ontdekte, ritalin voorschreef en zag dat veel kinderen zich daarmee een stuk minder ongelukkig voelden. In een mailwisseling die volgde op de lezing van Peter Gøtzsche (‘Huisarts doodt één patiënt per jaar’) stel ik voor het eens over mijn vraag te hebben. Ik kan blijven zeggen dat ik het niet begrijp en me opwinden over hoe ik (neig te) denk(en) dat het is, maar daar komt niemand een stap verder mee. Hij schrijft me dat er altijd mensen zijn die naar eer en geweten medicatie voorschrijven en eerlijke voorlichting proberen te geven en dat hij zich vaak moet verdedigen omdat hij voorschrijver is en dus ‘heult met de industrie.’ Maar hij wil wel met me praten.

Om verwarring te voorkomen begint hij het gesprek ongeveer zo: ‘Een volwassene die ik de diagnose ADHD geef, is iemand die heel erg zijn best om meer structuur in zijn leven te krijgen en beter te kunnen functioneren en dat maar niet lukt. Of die het redt dankzij een partner alles overneemt. Meestal heeft iemand al van alles geprobeerd voordat ik hem of haar zie, aan therapieën, coaching, ja, vaak ook mindfulness. Soms is iemand ook al bij Cathelijne (Wildervanck, oftewel het ADHD Centrum, waar ik mijn opleiding ‘Effectief met ADHD’ volgde) geweest en toch blijft die persoon vastlopen. Gaat het wel goed, dan krijgt iemand de diagnose ADHD niet.’
‘En hoe gaat het normaal gesproken verder, als iemand de diagnose krijgt?’

‘We beginnen met psycho-educatie. Vertellen wat AD(H)D is, wat de eerste dingen zijn die je kunt doen – van ‘gebruik een agenda’ tot leef gezond’ – en ook wat de positieve kanten van AD(H)D kunnen zijn. Vervolgens bespreken we de mogelijkheden voor behandeling.’ Is er sprake van een ernstige mate van AD(H)D, dan gaat dat verhaal bij Pereira vrijwel direct over medicijnen, al noemt hij, afhankelijk van wat iemand allemaal al geprobeerd heeft, ook andere mogelijkheden – zoals mindfulness, bepaalde diëten, neurofeedback. Overigens eerder ter aanvulling op dan als alternatief voor medicatie. Bij matige AD(H)D kan hij aanraden om eerst verder te kijken. ‘Tenzij iemand zelf graag medicijnen wil.’ Zelf heeft hij in ieder geval geen enkel probleem met medicijnen, vooral omdat hij meestal ziet dat mensen er heel blij mee zijn. Pereira: ”’Ik kan dingen waarvan ik nooit gedacht had dat ik ze kon’, dat hoor ik zo vaak.’

‘Maar die bijwerkingen dan? Driekwart van de deelnemers aan onderzoek van Impuls&Woortblind naar bijwerkingen van AD(H)D-medicatie heeft last van gemiddeld drie bijwerkingen. Verminderde eetlust, hartkloppingen en het zogenoemde rebound-effect, noemen zij het meest. Dat is niet mis?’

‘Heb je gekeken naar de mate waarin ze last hebben van die bijwerkingen?’ Volgens Pereira valt dat meestal wel mee. Hij raadt zijn patiënten aan om bij te houden waar zij last van hebben en om, als ze meer last hebben van de bijwerkingen dan baat van waar de medicijnen voor bedoeld zijn, dat aan te geven. Dan kijkt hij samen met hen hoe ze verder gaan: een andere dosering, ander gebruik (alleen in tijden van stress in plaats van een dagelijkse dosering, of andersom), een medicijn tegen de bijwerkingen, andere medicijnen of een niet-medicinale oplossing. ‘Waar het ons uiteindelijk om gaat, is dat de patiënt autonomie heeft. Ik kan niet voelen wat hij voelt, dus hij is degene die bepaalt. Helaas hoor ik nogal eens dat iemand van zijn psychiater te horen krijgt dat hij perse een bepaalde dosering moet gebruiken. ‘Dat is stom. Iedereen reageert anders op die medicijnen, dus geen enkele behandelaar kan zeggen wat precies wel of niet werkt. Als vereniging zeggen we dus, dat vooral behandelaars ook betere psycho-educatie moeten krijgen. Bijwerkingen zijn meestal het gevolg van niet goed afgestemd gebruik.’

Ik ben niet nog niet overtuigd. ‘Medicijnen die hartkloppingen kunnen veroorzaken, daar moet je toch héél voorzichtig mee zijn?’
‘Niemand gaat dood aan ritalin of concerta. Aan teveel water drinken kun je doodgaan, aan ritalin of concerta niet eens als je er veel teveel van neemt. Ja, er zullen gevallen zijn waarin iemand die deze ADHD-medicijnen gebruikt hartfalen krijgt. Maar dan is er altijd meer aan de hand – dan heeft iemand al ernstige hartklachten.’

Pereira vervolgt, rustig en fel tegelijk: ‘Stel dat er jaarlijks twee doden vallen door de bijwerkingen van ADHD-medicatiem weegt dat dan op tegen de vijf doden die vallen door ADHD in het verkeer? Daar hoor ik nóóit iemand over!’

nasleep van mijn ongeluk in 2003, ruim zeven jaar later, kort na een zoveelste operatie aan aan mijn hand
Mijn ongeluk, in 2003, had een lange nasleep. In 2010 werd ik bijvoorbeeld voor de zoveelste keer geopereerd aan mijn linkerhand, die nooit hersteld is van de klap die ik toen opliep.

Ik schreef al eens over het verkeersongeluk dat ik in 2003 had, twee maanden na thuiskomst van een dik anderhalf jaar bonnefooi correspondentschap in Buenos Aires. In de vroege ochtend werd ik, op de fiets op enkele tientallen meters van mijn huis in het rustige Rotterdamse wijkje Noordeiland, ‘geschept’ door een auto. Wat er precies gebeurd is zal ik nooit weten – ik liep een hersenschudding op en kan me de klap niet meer herinneren. Maar er staat me vaag iets bij, dat de auto in kwestie niet zo hard reed, maar dat ik tegen het verkeer inreed en gewoon niet goed oplette. Ik weet in ieder geval nog, dat ik, toen ik enkele minuten eerder de deur achter me dichttrok dacht: ‘Vanavond moet ik echt eens vroeg naar bed.’

Ik zoek wetenschappelijke cijfers over ADHD en verkeersongelukken en vind een artikel over een recent onderzoek onder een kleine vijfhonderdduizend automobilisten in de Verenigde Staten. De automobilisten met ADHD waren vaker betrokken bij een verkeersongeluk door onoplettendheid èn vaker betrokken bij een verkeersongeluk omdat zij vaker, 20,5 procent van de tijd versus 7,3 % van de automobilisten zonder ADHD, slaperig achter het stuur zaten. De andere cijfers duizelen me, ook door wat ze me vertellen.

Stel nu dat ik, gelijk toen mijn eerste psycholoog in 2001 zei dat ik waarschijnlijk ADD heb, met meditatie was begonnen? Als het even kan, onder vergelijkbare omstandigheden als die waarin ik dat ruim twaalf jaar later deed (vriendin als zenleraar, vriend die dagelijks mee-oefent)? Was ik dan alsnog even later zonder geld en contract naar Argentinië vertrokken? Of had ik dat uitgesteld tot ik beter voorbereid was? Als ik wel gegaan was – het ticket lag immers al klaar – was ik dan misschien eerder teruggekomen, toen Argentinië, de ergste crisis achter de rug en Willem-Alexander en Máxima getrouwd, uit het nieuws verdween en mijn inkomsten kelderden? Had ik dan in 2003 torenhoge schulden en dat ongeluk gehad? Had ik dan nu een inkomen boven bijstandsniveau gehad? Dat alles anders was gelopen, daar twijfel ik niet aan, maar hoe anders, dat zullen we nooit weten.

En als ik in 2001 ritalin of concerta was gaan gebruiken? Dat ligt meer voor de hand dan dat ik – geregeld – was gaan mediteren; mijn omstandigheden van toen waren immers niet de omstandigheden van nu. Ik kan me alleen niet herinneren dat de psychologe erover begon. In het boek dat zij me na  mijn officieuze diagnose meegaf, Aandacht een kopzorg  van Katleen Nadeau werd de optie wel genoemd, maar ik kan me niet herinneren dat ik het serieus overwogen heb.

Was ik Pereira’s patiënt geweest, dan was de keuze tussen de drie opties (mediteren, medicijnen of niets) uitgekomen op medicijnen. Omdat er voor effecten van meditatie op ADHD geen officieel en hard wetenschappelijk bewijs is. Zowel ‘gokken’ als ‘niets doen’ had hij onverantwoord gevonden.

Deze blog is mede tot stand gekomen dankzij een stok achter de deur van Hanneke Dijkman, loopbaancoach, zenleraar en de vrouw achter Een 10 voor werkgeluk. Omdat ik bloggen naast mijn betaalde werk doe, terwijl het me aardig wat moeite kost om van dat betaalde werk rond te komen, laat ik mij sponsoren via een stok achter de deur. Redactionele invloed hebben de sponsoren nooit, maar ik vermeld natuurlijk wel hun naam en bedrijfsnaam: Dank je Hanneke!

Ook een blog sponsoren? Zie ‘Add&Anke doen het niet alleen.’

Post-deadlinestressdieptepunt-en-Sint-overwegingen in noodgedwongen pauze – deel 2

fotoGa ik inderdaad naar buiten, stap ik, na een overweging of vijftien, in de bus richting metro richting mijn moeder die ik een zieken- en post-Sinterklaasbezoekje had beloofd, bel ik haar op, zegt zij: ‘Dit klinkt als gekkenwerk, we zien elkaar van de week wel’, stap ik uit, waai ik langs de kade terug naar huis, vallen er kwartjes. Enkele kwartjes over de opdrachttekst die op voltooiing wacht, maar vooral kwartjes in antwoord op mijn vraag waarom ik mijn deadline dreig te missen terwijl ik de afgelopen week het ene na het andere Sinterklaasgedicht uit mijn pen kreeg:

– o ja, ik was ziek, deze week. Snotterdesnotter, een bonkend hoofd, slechte nachten en toch ging ik door, tot en met vandaag, zondag na Sinterklaas. En tja, dat een opdracht voor een nieuwe opdrachtgever enige extra spanning oproept, is een mij bekend verschijnsel.

– o ja, mijn ‘dat-moet-ik-toch-kunnen-modus’ is nogal opdringerig en eigenwijs

– ja en nee, is het verschijnsel deadline-voor-nieuwe-opdrachtgever en Sinterklaasgedichten voorrang geven, een gevalletje van ’typisch AD(H)D’:

— Ja, moeite hebben met plannen, prioriteiten stellen en ‘moeten’, zijn bekende AD(H)D-symptomen, kreeg ik de afgelopen week bevestigd tijdens een event van de belangenvereniging, waarbij een ervaringsdeskundige moeder en ADHD-coach  met haar zoon, ook met ADHD, een presentatie hielden over ‘Hoe leer je je eigen gebruiksaanwijzing kennen.’

—- Nee. Bij de Impuls-bijeenkomst ging het over ‘waar-hebben-wij-met-ADHD-of-ADD-het-allemaal-moeilijk-mee-en-welke-trucjes-zijn-er-om-de-schade-te-beperken?’ en eerlijk gezegd heb ik daar moeite mee. Het gaat in tegen wat ik leerde bij het ADHD Centrum, namelijk: ‘Zoek naar: ‘Wat Werkt Wel Voor Mij’. Lijkt hetzelfde maar is heel anders: trucjes zijn algemeen en wat voor mij werkt is individueel. Wat Voor Mij Werkt is: ‘Waaien langs de kade. Dan valt er spanning van me af, kan ik relativeren, word ik blij en krijg ideeën. Hoe harder het waait, hoe beter.’

– Hé, ook Sinterklaasgedichten schrijven is een typische ‘Wat-werkt-wel-voor-mij’: dat kan ik zelfs met een verkouden hoofd, of misschien dan zelfs beter. Ik word er zo blij van, dat ik vergeet dat ik me snotterig voel. Plezierig en lastig tegelijk. Het verklaart in ieder geval waarom ik, de morning after pakjesavond en snotterweek, slaap- en energietekorten nog nauwelijks aangevuld, vol goede moed, zo niet overmoedig, aan het echte werk ga. Wat ik misschien niet had moeten doen. Maar ja.

En nog zo het een en ander aan kwartjes-inzichten. Dat ik het allemaal allang weet, bijvoorbeeld. Maar dat wist ik al.

Post-deadlinestressdieptepunt-en-Sint-overwegingen in noodgedwongen pauze

Het is weer zover.
Heb ik een leuke klus, twee weken terug enthousiast aangenomen want perfect passend bij waar ik tegenwoordig zoal mee bezig ben, kan de inkomsten bovendien natuurlijk  goed gebruiken, overzichtelijk en niet al te ingewikkeld, met mooie vooruitzichten als ik hem naar tevredenheid volbreng, dus, ja graag, doe ik. Werd deze week slechts onderbroken door enkele achterstallige interviews en een Sinterklaasgedicht of zes, en pakjesavond maar om zeven uur vanochtend was ik spontaan wakker, dus ging ik vol goede moed aan de slag voor een finishing touch. Loopt de middag ten einde, loop ik vast. Vast, vaster, vast. Op de dag voor de deadline. Alsof ik niets geleerd heb van de gevolgen van mij dieptepunt op deadlinestressgebied eerder dit jaar.

Hoe strenger ik mezelf toeroep dat ik mezelf niet streng toeroepen moet, want mezelf streng toeroepen heeft een remmende werking op mijn creatieve en constructieve denkvermogen, des te strenger word ik. Des te korter worden de kladteksten, telkens opnieuw en opnieuw en opnieuw begonnen, des te harder bonkt mijn hart. En nee, ik gebruik nog steeds geen medicijnen waarbij hartkloppingen als bijwerking in de bijsluiter staan.

Ik snap het niet en tegelijk o zo goed
gisteren en eergisteren rijmde ik vol goede moed
hele gedichten bij elkaar
voor naasten maar ook voor haar
die ik voor de tweede maal zag
wel graag mag
maar nog nauwelijks ken
ze vloeiden zonder al teveel moeite uit mijn pen
geloof het of niet
vraag het, als je wilt, aan Piet
die gedichten waren van veel hogere kwaliteit
dan wat hier en nu uit mijn stressvingers glijdt

<……..>

en wéér loop ik vast
want ook deze onderbreking van ‘wat moet’ voor ‘wat leuk(er) is’
moet van net wat hoge kwaliteit zijn dan wat spontaan komt, vind ik blijkbaar.

Pauze dus. Nu even echt. Weg van bureau, naar buiten misschien.
Pas als ik er helemaal uit ben geweest mag ik verder.

Naschrift: eruit gaan deed me goed. Lees hier hoe de kwartjes vielen.

In elke hoek een tetterende radio op een andere zender en een vijfde in het midden

radio2(1)Zes jaar geleden is het, dat Anneke via haar werk naar een workshop ging over ADHD. Een bijscholingsactiviteit als zovele, lijkt het. Als reclasseringswerker begeleidt zij ex-gedetineerden bij hun terugkeer naar ‘het normale leven.’ Onder haar cliënten zijn er ook die AD(H)D hebben: de combinatie van impulsiviteit, een aaneenschakeling van miscommunicaties als gevolg, frustraties over mislukkingen en gevoeligheid voor de verleiding van verzachtende, rustgevende of juist oppeppende verslavende middelen, drijft mensen met AD(H)D vaker dan gemiddeld in de criminaliteit.

e9e404_c9e33de515d74f939a29e2e27420bc1dAnneke is nieuwsgierig naar de workshop, ook omdat het nu eens niet een deskundige van buitenaf is die een dergelijke workshops geeft, maar een collega die zelf ADHD heeft. Die collega is niet tevreden met de gangbare benadering van mensen met ADHD, vooral gericht op de problematische aspecten en ‘hoe het hoort’ – rust, structuur en regelmaat, terwijl dat niet voor iedereen die AD(H)D heeft helpend is.  Zie mijn kortstondige ervaring bij PsyQ. In plaats daarvan, raadt zij haar collega’s aan om bij iemand met ADHD ook te kijken naar wat hij wèl kan, naar waar zijn kracht ligt in plaats van zijn destructiviteit. Dat geeft een heel ander gevoel. Daar kan ik gelukkig beter over meepraten.

Goed, Anneke gaat naar die bijeenkomst, loopt er binnen en…… schrikt. In elke hoek van de kamer een radio op volle sterkte, elk op een andere zender. En in het midden staat er nog één. Zo is dat dus, wil Anneke’s collega zeggen, zoveel drukte in je hoofd dat het moeite kost om waar dan ook je aandacht bij te houden. Anneke ontdekt waar ze nooit eerder aan gedacht heeft: dit heb ik ook!BC_700DA_2013_Hot_Waterproof_Shower_Radio

De presentatie die volgt, sterkt haar vermoeden. Het is schrikken maar een opluchting tegelijk: Anneke, dan eind veertig, die haar werk erg leuk vindt, inmiddels een fijne relatie heeft en redelijk goed weet wat wel en wat niet goed voor haar is, heeft een burn-out gehad en is dan, ondanks therapie en beter weten, op weg naar de volgende. Terwijl ze slim, leuk en enthousiast is en ze dus vaak te horen krijgt dat het ‘bij haar dus echt wel goed komt.’ Slim, leuk en enthousiast gaat bij ADHD nogal eens samen met ‘en toch lukt het niet’ of ‘maar het is wel heel gauw teveel’, leert ze.

Een huisartsbezoek volgt. Anneke vertelt haar dokter over haar ‘ontdekking.’ Het antwoord: ‘Je zou weleens gelijk kunnen hebben.’ Hij raadt haar af om officieel diagnose-onderzoek te laten doen, ‘want wat dat je oplevert zijn een stempel en pillen. Wil je dat?’ ‘Nee.’ Dus ontmoet ik haar, na, inderdaad, nog even zoeken, ruim een jaar geleden voor het eerst, bij de opleiding Effectief met AD(H)D, van het ‘eigenwijze’, want ‘behandelaar- en medicijnvrije’ ADHD Centrum. Daar verkenden we samen, met nog tien ‘feest-der-herkenningsgenoten’ onze persoonlijke hulpbronnen. Anneke weet nu veel beter nog dan eerst wat voor haar werkt.  Pillen horen daar niet bij.

radio4Anneke vertelde me dit verhaal begin dit jaar, maar het beeld van die tetterende radio’s popt sindsdien nog regelmatig op in mijn hoofd. Bijvoorbeeld, als ik zo in beslag genomen word door een deadline, dat ik al het andere aan me voorbij laat gaan, omdat ik in elk telefoontje, appje, mailtje, klopje op mijn werkkamerdeur, een ’tetterende radio’ vermoed, die me van mijn werk zal houden. Of op een dag als gisteren, onverwacht deadline- en afspraakvrij, waarop alle mogelijkheden voor dingen die ik opeens kan gaan doen, inclusief achterstallige klusjes,  in mijn hoofd zo hard door elkaar tetteren  dat ik ’s avonds vooral moe ben en nauwelijks voldaan.

Ik moet zeggen dat ik, heel langzaam aan, steeds minder last heb van dergelijk ‘getetter.’ En dat zou weleens te maken kunnen hebben met een mindfulnessoefening die ik dit jaar leerde en waarbij het beeld van de tetterende radio’s de eerste keer óók opdoemde: ga rechtop zitten, ontspan, sluit je ogen en richt je aandacht helemaal op alle geluiden die je hoort. Neem ze waar, onderzoek de kwaliteit van de geluiden – hard, zacht, continu of met onderbrekingen – , hoe het geluid ontstaat en verdwijnt, in welke richting het zich beweegt. En, heel belangrijk: interpreteer en oordeel niet.

vintage-radioDe eerste keer deed ik deze oefening in een ruimte waarin ik me tot dan toe vrijwel altijd stoorde aan de verkeersherrie er omheen. Hooguit enkele minuten nadat ik mijn ogen sloot en mijn oren opende, waren de geluiden een soort ruis geworden, zo nu en dan onderbroken door stilte, of getjilp van een vogeltje. Ik vergat me te ergeren. Dat viel me pas op, toen na een minuut of tien, een belletje de oefening beëindigde.

Sindsdien gebruik ik deze oefening als het even kan zodra ik me stoor: in plaats van me op te vreten, over de bron van ergernis of over mezelf omdat ik vind dat ik me aanstel, neem ik de tijd om even echt naar die ’tetterende radio’s’ te luisteren. Ja, allemaal door elkaar heen. Zonder mijn best te doen ze te willen volgen. Moet je eens proberen. Ik weet niet of het effect hetzelfde is als je ADHD-medicijnen gebruikt – ik hoor wel eens dat daardoor je gevoel vlakker wordt. Ik vind hem leuk, in ieder geval. Het laat zien dat je ergernis zelf kunt omzetten in iets positiefs. Dat is een hele opluchting.

Deze blog is mede mogelijk gemaakt door een gesponsorde deadline als stok achter de deur, van Ariane Lelieveld/Ariquitectura, adviseur voor zelfvoorzienende gezonde woningen en wijken. Dank je Ariane!

Wil je deze blog ook steunen? Zie: Add&Anke doen het niet alleen.

‘Huisarts doodt één patiënt per jaar’

20151112_205809
Peter Gøtzsche en de conclusies van zijn onderzoek naar dodelijke medicijnen en de farmaceutische industrie als criminele organisatie.

De officiële ADHD-medicijnen, vooral Ritalin en Concerta, mogen dan hartkloppingen kunnen veroorzaken, dat is eigenlijk niets bijzonders. Daar zijn het medicijnen voor. Dat maak ik op uit de woorden van de Deense hoogleraar geneeskunde Peter Gøtzsche. Gøtzsche, die ooit als biochemicus werkte in de farmaceutische industrie, presenteerde gisteren in Rotterdam de Nederlandse vertaling van zijn boek Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad. Hij betoogt dat medicijnen in de EU en de VS geneesmiddelen doodsoorzaak nummer drie zijn, na hartziekten en kanker. En dat dat niet een kwestie is van pech, maar van een farmaceutische industrie die het onderzoek naar de werking van medicijnen domineert, negatieve onderzoeksresultaten geheim houdt en deze met marketingcampagnes overschreeuwt.

Dat in de farmaceutische industrie dubieuze belangen de boventoon voeren is geen nieuws. Bijzonder is dat de onderzoeker uit die industrie afkomstig is en ervoor pleit dat we voortaan zo min mogelijk medicijnen gebruiken.  Alle medicijnen hebben bijwerkingen zegt hij en meestal – als je kijkt naar de verhoudingen waarin ze worden geslikt – is het negatieve effect van die bijwerkingen groter dan het positieve effect van de medicijnen op de kwaal waarvoor ze worden voorgeschreven.  ‘Vertrouw nooit de informatie die je van leveranciers krijgt’, drukt hij de enkele tientallen artsen in de zaal op het hart. ‘Het algemeen publiek heeft heel weinig vertrouwen in de farmaceutische industrie, maar veel vertrouwen in de dokter. Terwijl de dokter maar heel weinig betrouwbare informatie over medicijnen heeft en bijvoorbeeld niet (goed genoeg) weet hoe medicijnen op elkaar reageren. Schandalig noemt hij het dat juist ouderen, die kwetsbaar zijn, veel medicijnen krijgen. Zonder het te weten, doodt de gemiddelde huisarts met de medicijnen die hij voorschrijft, een patiënt per jaar.’

Ik denk terug aan de discussie bij de ledenvergadering bij Impuls-Woortblind. Die ging er óók over dat ‘we’ ervoor moeten zorgen dat ADHD-medicatie uit het hoekje ‘off label’-medicijnen moeten krijgen, al is het maar voor patiënten zonder hoog risico op hart- en vaatziekten. Dat veel gebruikers last van bijwerkingen hebben, zou namelijk voor een belangrijk deel (vooral zelfs?) te maken hebben met slechte voorlichting.

Ik weet het niet, of dat zou moeten. Oprecht niet. Goed, mijn gevoel zegt van niet. Maar ik heb spul nooit gebruikt en weet dat veel mensen die wat wel doen er blij mee zijn. Ik weet ook dat veel mensen juist blij zijn dat ze er vanaf zijn. Het kan zijn dat ik er van die laatste groep relatief veel ken, omdat ik mijn heil zoek in kringen waar die zich veel ophouden. En toch…. als zelfs producenten aangeven dat die medicijnen hartkwalen, verminderde eetlust, een droge mond en nog zo het een en ander onaangenaams zou kunnen veroorzaken – dat staat namelijk in de bijsluiter – en ik, niet probleemloos maar toch ook weer niet dramatisch vreselijk problematisch al vijfenveertig jaar zonder ADHD-medicatie functioneer, dan is er toch genoeg reden om die alleen als laatste redmiddel voor te schrijven, in tijden van crisis?  En vervolgens alles op alles te zetten om op andere manieren meer rust en focus te krijgen?  Ik acht mezelf niet bovengemiddeld slim of gezond namelijk.

Ondertussen ben ik door al mijn geschrijf en gepraat en verwonder over medicijngebruik bij ADHD, het reilen en zeilen in doktersland sowieso minder vanzelfsprekend gaan vinden. Vanmiddag vroeg ik mijn huisarts om onderzoek naar eventuele eigenaardigheden in de werking van mijn darmen.  Wilde ik, omdat ik sinds de voedingsworkshop die gevolgd heb, duidelijker voel hoe onrustig die zijn. Ik voel me opmerkelijk wakkerder nu ik (iets) minder suiker en zuivel tot me neem en meer noten en fruit eet, maar wil weten hoe ik het ook in mijn buik rustiger krijg. Eerst onderzoek, dan gericht(er) voedingsadvies, had ik bedacht. Ze vond het een vreemde vraag. ‘Ben je misschien bang dat je darmkanker hebt?’ ‘heb je veel buikpijn?’ Ze kan alleen onderzoek doen als ze weet waarnaar ze zoeken moet. Als ik naar India ben geweest en sindsdien vijf keer per dag naar het toilet moet. Dat ik aan mijn  vraag toevoegde dat ik onderzoek en advies óók wil omdat mijn ouders beide ook al hun hele leven veel ‘gedoe’ met hun darmen hebben, ontlokte bij haar de reactie: ‘Dan heb je nog minder reden om je zorgen te maken; dan is het gewoon aanleg.’ Huh? Dus hoeft er niets aan te gebeuren? Darmen horen toch niet dag-in-dag-uit luidruchtig te rommelen?

Goed, een verwijzing naar een diëtiste kon ik krijgen, te kiezen uit een lijstje op een verwijsbriefje met logo van een zorgketen.

Eigenaardige omkering van de redenering in het geval van ADHD trouwens, dat vrijwel altijd een kwestie van aanleg is, ‘dus alleen met medicijnen kun je er echt iets aan doen’. Mijn verwondering is voorlopig de wereld nog niet uit.

Belangenvereniging start onderzoek alternatieven ADHD-medicatie

'impulswoortblindEven een SEO-kop, voor de verandering, een kop die goed vindbaar is als je op google naar zoekt naar informatie over medicijnen tegen de symptomen  van AD(H)D. Ik heb iets goed te maken namelijk en iets anders belangrijks te vertellen, al zeg ik het zelf.

Wat ik goed te maken heb: een fout in mijn vorige blog, Blij dat ik (niet) slik. Ik beschreef daarin hoe ik tijdens en ledenvergadering van de belangenvereniging van mensen met ADHD, ADD, dyslexie en dyscalculie, Impuls-Woortblind, tot nieuwe inzichten kwam over het gebruik en de gebruikers van ADHD-medicatie. En toen deed ik iets dat zowel in mijn beroepsgroep als onder mensen met een vergelijkbare diagnose als ik, niet ongebruikelijk is: ik zette mijn verhaal op scherp, zonder me ervan te vergewissen of dat wel helemaal, honderd procent zeker weten, terecht was: ik schreef dat de gespreksleider enthousiast notitie maakte van het verzoek van een mede-lid om nadrukkelijk naar buiten te brengen dat ‘wij’ blij zijn met ‘onze’ medicijnen en niet van mijn verzoek om onderzoek naar alternatieven voor medicatie. Dat is weliswaar hoe ik het me herinner, maar ik kan best een krabbelende pen over het hoofd hebben gezien, verblind door zenuwen en enige mate van vooringenomenheid. Ik had geen zin om mijn waarheid op werkelijkheid te testen, noch om in mijn blog een slag om de arm te houden. Excuus.

Gespreksleider Hans van de Velde, bestuurslid van Impuls-Woortblind, heeft mijn opmerking wel degelijk opgeschreven en onthouden, mailde hij mij. Ik mailde hem om aan te geven dat ik graag inga op zijn uitnodiging om een werkgroep op te richten voor onderzoek doet naar alternatieven voor ADHD-medicatie, te vragen hoe dat in zijn werk gaat en hem attent te maken op mijn blog. Hij reageerde enthousiast op die blog, afgezien dan van de passage over dat hij mijn verzoek niet opschreef, en heette me, nogmaals, ‘hartstikke welkom’ om die werkgroep op te richten. Nog geen 24 uur later stuurde hij een persbericht (Visie ADHD medicatie 24okt15 IW) rond, waarin het zwart op wit staat: ‘Verschillende leden hebben goede ervaringen met alternatieven voor medicatie, zoals meditatie. Op de Ledenraadpleging van 17 oktober j.l. besloten zij om in een werkgroep meta-onderzoek te gaan doen naar deze alternatieven.’

Vooralsnog is er niet veel meer dan dit.  Opmerkelijk is het wel. Krijgt iemand, jong of oude, de diagnose ADHD (met ADD als mogelijke subcategorie), dan volgt daarop vrijwel altijd een recept voor medicijnen. Methylfenidaat, bekend onder de merknamen ritalin en concerta, is het meest gangbare medicijn, ook al is dat, wegens teveel te gevaarlijke bijwerkingen, niet opgenomen in het geneesmiddelenregister. Een gangbare ‘behandeling’ van ADHD, bestaat dus uit medicijnen, vaak in combinatie met gedragstherapie en/of coaching. Dat ook bepaalde vormen van meditatie, Mindfulness, Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP), orthomoleculaire voedingstherapie, onder andere, bewezen effectief kunnen zijn bij AD(H)D wordt door veel hulpverleners nauwelijks serieus genomen. Om daar verandering in te brengen, is gedegen extra onderzoek hard nodig.

Voor zover ik had willen suggereren dat ‘de vereniging’ mij teveel nadruk legt op de probleemkant van AD(H)D, die ‘nu eenmaal’ het best te bestrijden is met medicijnen, reageert Van de Velde als volgt op mijn ‘ontdekking’ dat medicijnen voor veel mensen met ADHD symbool staan voor erkenning: ‘Veel mensen (ook met dyslexie) voelen zich door de diagnose na jarenlange zwerftochten langs medici en psychologen erkend in hun worsteling met de probleem-kant van deze eigenschappen. En vervolgens blijven ze daarin hangen, vanwege het gemis aan erkenning in al die tijd, doordat de omgeving gewoon niet wist dat ze AD(H)D hadden. Deze mensen gaan zich identificeren met deze ene eigenschap. Zij stellen zich ook voor met “Ik ben Miep, in ben ADHD-er” of “Ik ben Joop, ik ben dyslecticus.” Ik vind dat naar en jammer. Doorstroming naar de volgende, mijns inziens gewenste, fase van ontwikkeling is namelijk dat je gaat inzien wat je gemist hebt en daar afscheid van neemt. En dat je gaat zien dat dyslexie of AD(H)D maar één van je eigenschappen is. Gelukkig gaan de meesten wel zien dat hun eigenschap ook sterke kanten met zich meebrengt. Oké, daar slaan we dan ook wel weer wat in door, maar goed.’

Ik ken ‘de vereniging’ nog niet goed genoeg om te weten of ik een dusdanig buitenbeentje ben als ik me er vorig weekend voelde. Ik weet dat ik in de nieuwsbrieven en op de website van Impuls-Woortblind zoveel over medicatie lees, dat het vanzelfsprekend lijkt om die te slikken. Een persbericht dat ook alternatieven noemt, vind ik dus al een goed nieuws.

Ik kan niet meer terug, al zeg ik het opnieuw zelf. De werkgroep gaat er komen. Lid worden? Je bent hartstikke welkom.

Blij dat ik (niet) slik

260px-Methylfenidaat_NL
Methylfenidaat, het meest gangbare middel tegen de symptomen van AD(H)D, is door de geneesmiddelenautoriteit wegens teveel gevaarlijke bijwerkingen niet geregisterd voor gebruik door volwassenen, maar geldt voor psychiaters als voorkeursmedicijn.

‘Alternatieven voor medicijnen? Ja, die zijn er. Welke ik zelf aan den lijve ken, is de “man met de zweep achter mij”. Dat is het alternatief waarmee ik ben opgevoed, ‘en nù doe je je best, want ànders…..’ Dat werkte hoor, ik kreeg mijn schoolwerk af, haalde mijn diploma’s. En had succes met mijn werk. Maar dat medicijn had ook ‘bijwerkingen’: onzekerheid, altijd het gevoel dat het niet goed genoeg was, mezelf wegcijferen en jarenlange therapie. En ik gebruikte jarenlang veel te veel alcohol. Pas toen iemand zei: ‘Het zou wel eens ADHD kunnen zijn, wat jij hebt’, liet ik me testen en ja hoor, hij bleek gelijk te hebben. Nu slik ik medicijnen en heb ik die man met de zweep achter mij niet meer nodig.’ Aldus mr.  Hans van de Velde, bestuurslid wetenschap van Impuls-Woortblind, belangenvereniging voor mensen met ADHD, ADD en dyslexie.

Er begint me wat te dagen. Eerlijk gezegd daagt het me al wat langer, maar het was mijn eer te na dat toe te geven. Sinds mijn eerste samenzijn met mede-leden van Impuls-Woortblind, bijna een week geleden, en bovenstaande woorden van Hans van de Velde als gespreksleider, ben ik om. Ik ben er niet alleen voorgoed van doordrongen dat veel mensen met AD(H)D ‘gewoon’ medicijnen slikken; ik begrijp nu ook beter waarom.

Aanleiding voor mijn debuut bij de belangenvereniging is een ledenraadpleging, over de reactie van de vereniging op uitkomsten van onderzoek naar bijwerkingen van medicijnen voor AD(H)D en de nieuwe richtlijnen voor psychiaters bij de behandeling van ADHD bij volwassen, richtlijnen die nauwelijks over die bijwerkingen reppen. Mijn voornaamste reden om erbij te zijn, is dat ik me erover verbaas en zorgen maak dat de vereniging, in wat ik ervan hoor en lees, geen vragen stelt over de wenselijkheid van het gebruik van ADHD-medicatie.

Kort na mijn – verlate – binnenkomst, wordt me duidelijk dat ook de leden die er een deel van hun zaterdag voor over hebben om mee te praten, medicijnen gebruiken. Ondanks onderzoeksresultaten die weinig aan duidelijkheid te wensen overlaten: van de 848 respondenten in het onderzoek naar bijwerkingen van ADHD-medicijnen, van wie er maar 24, inclusief ik, die medicijnen nog nooit gebruikt hebben, heeft driekwart last van gemiddeld drie bijwerkingen. Verminderde eetlust, hartkloppingen en het zogenoemde rebound-effect , verhevigde ADHD-symptomen als gevolg van de uitwerking van het medicijn, noemen zij het meest. Voor zestig procent van de medicijngebruikers, is dat reden (geweest) om, al dan niet tijdelijk, met medicijnen te stoppen.

Waarom ‘maar’ zestig procent? En waarom vaak maar tijdelijk? Er kwam nog iets uit dat onderzoek: 94! procent van de respondenten zegt baat te hebben bij die medicijnen: zij kunnen zich erdoor beter concentreren, hebben meer rust in hun hoofd en functioneren beter op hun werk en in relaties. En terwijl ik me afvraag of ik gek ben – hartkloppingen, verminderde eetlust, dat wil je toch niet?! – pleit een mede-lid ervoor om in ‘onze’ reactie nadrukkelijk te vermelden dat ‘wij’ heel blij zijn met ‘onze’ medicijnen. ‘Goed dat je het zegt’, meldt de gespreksleider onder instemming van de rest van het gezelschap en maakt een aantekening. Mijn opmerking, tien minuten eerder, dat ik de aanbeveling mis om onderzoek te doen naar alternatieven voor medicijnen, noteert hij niet. Wel nodigt hij me uit om een werkgroepje op te richten en zelf op onderzoek uit te gaan. Uitnodiging aanvaard.

Resultaat van de ledenraadpleging, is een officiële reactie waarin Impuls-Woortblind pleit voor betere voorlichting aan zowel artsen en apothekers als ‘patiënten’ over de bijwerkingen van de gangbare ADHD-medicatie, en voor onderzoek naar medicijnen die even effectief zijn maar minder (ernstige) bijwerkingen hebben. Met applaus voor de degenen die vanuit de vereniging het onderzoek trokken en de conceptreactie schreven.

Tot mijn verbazing applaudisseer ik mee. Mijn trek in medicijnen is er niet op vooruit gegaan. En zorgen maak ik me nog steeds. Het voorschrijven van medicijnen gaat me te makkelijk, het wegwuiven van alternatieven ook. Maar wat me duidelijk is, is dat medicijnen voor veel mensen met ADHD symbool staan voor erkenning. Kan het kloppen dat de mensen die het felst tegen ADHD-medicatie pleiten, zelf geen ADHD hebben? Dat het dezelfden zijn die zeggen dat je, als je je niet kunt concentreren, verstrooid of erg druk bent, ‘gewoon harder je best moet doen’? Die bagatelliseren: ‘bijna ieder kind heeft wel een labeltje’? Daar wil ik niet bij horen. Daarvoor was ook in dit gezelschap het feest der herkenning me te bitterzoet.

45, het beginnen gaat door

20151009_092505Een jaar, vandaag is het precies een jaar geleden dat ik deze blog begon! Met gemengde gevoelens keek ik de afgelopen tijd naar deze dag uit. De herinneringen aan die dag, de dagen ervoor en de weken en maanden die volgden, werden intenser.

Euforie was er in die tijd, vermengd met mijn oude vertrouwde onzekerheid en het ‘eerst zien dan geloven.’ Euforie: ik weet dat ik ADD heb, weet dus waar ik het zoeken moet om patronen van altijd-plannen-maar-uitvoeren-ho-maar, nooit-tijd, altijd ‘eerst even dit’ en ‘ik begin er nog maar niet aan want het zal toch niet lukken’ te doorbreken. Groeiende euforie, toen de eerste blog op de geplande dag online stond, de volgende ook, de daarop volgende ook, en dat ondertussen de opleiding waar ik een paar weken eerder ’toch geen geld voor zou hebben’ van start ging. Toen lezers applaudisseerden. Toen ik complimenten, steunbetuigingen, ontroerde mails van herkenning kreeg, herkenning gemengd met verdriet, aanmoedigingen om vooral door te gaan. Toen me tijdens de opleiding Effectief met AD(H)D als een donderslag bij heldere hemel duidelijk werd dat ik een flink deel van mijn leven heb laten leiden door de overtuiging dat alles wat ik doe tegen me gebruikt kan worden en dat die overtuiging me niet meer helpt. Toen feest der herkenning met mede-cursisten zich ontwikkelde tot vriendschap. En toen het me, maanden later, lukte het idee los te laten dat als ik ander werk zou gaan doen dan het journalistieke, ik gefaald had. En vervolgens zag dat een workshop ontwikkelen en geven me meer energie gaf dan kostte en deelnemers er nog heel blij van werden ook.

En toen, ergens onderweg, de opleiding voorbij, de volgende alweer aan de gang, de financiële zorgen waar mijn hele onderzoek dat via bijna-diagnose tot opleiding, bloggen en diagnose leidde, ooit mee begonnen was, nog even aanwezig waren als daarvoor, kwamen ze terug, die oude patronen. De fixatie op het onaffe, niet-perfecte, dat volgens het boekje waaruit Erwin me tijdens mijn vorige verjaardagsontbijt uit voorlas, af zou nemen, kwam terug. Zie mijn blogs van de laatste maanden. Zie mijn steeds vaker  terugkerende klagen over dat ik te weinig blog en sowieso te weinig doe van wat ik doen wil. Is zo. Ben ook de afgelopen twee weken vooral bezig geweest met afronden van wat al af had moeten zijn, ten koste van starten met nieuwe plannen. De nieuwe Schrijven-met-aandachtsworkshops, een nieuwe serie blogs, het vullen van mijn beide nieuwe websites. Sterker, zelfs het ‘simpelweg’ bijhouden van de mail en andere zaken die door zouden moeten lopen, schoot erbij in. Nu ik dit optik, verbaas ik me erover dat ik me daarover verbaas. Sommige dingen zullen nu eenmaal altijd gaan zoals ze gaan: heb ik het druk met het één, dan blijft al het andere liggen.

Maar ondertussen.

Ondertussen ben ik zelden nog boos op mezelf of op anderen.

Ondertussen  maakt anders eten me inderdaad fitter, opgeruimder en opgewekter.

Ondertussen heb ik nog nooit zo ontspannen mijn eigen verjaardagsfeest gevierd als afgelopen weekend, samen met Erwin en zonder het gevoel achteraf dat het beter, anders, minder onzeker, lekkerder, drukker, rustiger, muzikaler, gastvriendelijker, wakkerder, luxer, harmonieuzer, ontspannener had gemoeten.

Ondertussen geef ik volgende week voor het eerst een Schrijven-met-Aandachtworkshop op uitnodiging.

Ondertussen werken Erwin en ik steeds gebroederlijker samen in plaats naast elkaar.

Ondertussen lijkt het inkomenstij zich te keren.

Ondertussen schijnt de zon.

Ergens onderweg kwam kracht vrij.

Ja, ik mopperde deze ochtend dat ik nu echt nog even wilde bloggen en de tijd zo snel ging door dat uitslapen en ontbijt en kadootjes op bed enzo en dat ik toch echt ook een vrije dag wil vandaag, want ik ben jarig en zaterdag werk ik.  Sommige dingen zullen nu eenmaal altijd gaan zoals ze gaan. Ben ik blij, ga ik mopperen. En even later ben ik weer blij.

Ondertussen zette ik gisteren een nieuwe grote levensstap, die ik nog even voor mezelf en intimi houd. Wel presenteer ik nu de tekening die deze website (en meer) voortaan zal sieren, van het duo dat de komende tijd vaker van zich laat horen: Add&Anke:Add-Anke-2

En sluit ik nu, op  het  geplande tijdstip, mijn computer af. Euforie, nee. Maar tijd voor een klein feestje voor twee, dat ik is het zeker.

Ik vind dat ik moet

Ik vind dat ik moet bloggen.

12003312_970714089637766_1593714843758169001_n
Te Gek!?-festival

Ja, daar ben ik weer.

Ik vind dat ik moet bloggen, maar niet nu, op de donker zo vroege zaterdagochtend. Nu vind ik dat ik moet slapen. Diep en ontspannen. Zodat ik vandaag fit ben en kan doen wat ik wil doen. Ontspannen, werkklusje afronden en naar schoonfamiliefeest. Ontspannen, niet moe en zonder vrees voor wat de komende week allemaal moet. Dat wil ik, dus moet ik ontspannen.

Maar ik moet nog bloggen over het Te Gek!?-festival, vorige week bij Utrecht. Allemaal mensen met fenomenen in hun hoofd in vergelijking waarmee Add een doetje is, groter, gekker, gemener, die daar gewoon over vertellen en het grootste deel van de tijd helemaal niet gek blijken te zijn. Eigenlijk alleen als ze te lang te weinig ontspannen.

Kwam er niet van, die blog, want ik was moe en moest nog zoveel.

Ook moet ik nog bloggen over die speelgedachte die ik vorige keer zomaar opeens bekende, over misschien toch maar aan de pillen. Waar dat opeens vandaan komt, na al mijn verzetschrijverij. Nou, dat komt van die cirkels waar ik in blijf draaien en een advies van iemand die zowel medisch als meditatief onderlegd is en die ik zo hoog heb dat ik haar advies niet zomaar weg wil wuiven.

En over waarom zen mij zo helpt en blijkbaar toch niet helemaal voldoende.

Niet gedaan want er moest nog zoveel. Ontspannen, bijvoorbeeld, en dat terwijl er een begrafenis was. Niet heel nabij, wel heel verdrietig.

Over dat ik het allemaal, dankzij Effectief met AD(H)D, zen, mindfulness en ouder worden, steeds beter weet en zie. Hoe belangrijk het is om te ontspannen en dat dat des te moeilijk is als er nog zoveel moet en hoe groot de verleiding dan is om juist nog even door en door en door te gaan en de spanning te voelen oplopen, wakker te liggen en dan, in een mengeling van wanhoop en rebellie, de computer maar weer aan te zetten. Met het overbekende risico dat die slaap en ontspanning deze dag niet meer komen. En dat ik vervolgens boos en gefrustreerd ben. Ik weet toch hoe het werkt, dus waarom o waarom blijf ik het zo doen?

Daar heb ik vaker over geschreven, mijn vicieuze cirkel. Als scholier ging ik zondags niet met mijn ouders mee wandelen, want mijn huiswerk was niet af. In jaar dat mijn afstudeerscriptie af moest, ging ik niet mee dansen en kon ik slapen noch ontspannen. In de strijd voor een hoger energiepeil en ‘eindelijk kunnen doen wat ik wil doen’, verdwenen sommige bewezen energieleveranciers, zoals tango en anderszins dansen, reizen en tekencursussen de laatste jaren uit mijn leven. Kwam goed uit, want ik had er toch geen geld voor. Eerst maar eens aan het werk en fit zijn, ontspannen, goed slapen. Wat allemaal, ja echt, veel beter lukt dan ooit. Nou ja, in de tijd van die retraites lukte het misschien net iets beter.

Hoe nu verder? Dansen, mediteren, werken, slapen? Anders eten? Pillen, inderdaad? Een combinatie natuurlijk, al dan niet met pillen, in evenwicht. Tja, dat is het hem nu juist, evenwicht.

Deze ochtend heeft bloggen geholpen. Moet ik dus vaker doen. Niet alleen omdat het mij helpt. Ik vind dat mijn blog over méér moet gaan dan mijn vicieuze cirkels. Maar weet ook dat vinden dat ik iets moet of juist niet moet averechts werkt. Ik vind dat Add&Anke moet gaan over hoe ik patronen doorbreek, als het even kan, zonder pillen. En dat ik dus moet volhouden.

Eerst terug naar bed. Het is weekend en ik  moet ontspannen.

Groente en fruit voor adrenaline of pillen?

20150920_103031
Meer fruit en groente, terug naar adrenalinetijd of overstag naar medicijnen?

‘Anke, je bent gewoon een adrenalinejunk.’ Zegt een Bevriende Advocate, bekend om haar Rotterdamse duidelijkheid. Ze meent zich te herkennen in wat ik vertel over ‘veel plannen, te weinig – lijkt het – schot in de zaak’: ‘Ik zit dagen te verdoen met YouTube-filmpjes, terwijl maandag een akte de deur uit moet. Het zal gaan zoals altijd: een paar dagen en nachten doorpezen en een paar uur na de deadline is hij af. Normale gang van zaken in mijn wereld. Wie alles keurig op tijd af heeft, wordt voor tuttebel uitgemaakt.’

Dan valt het bij mij wel mee, reageer ik in stilte. Ik werk nog zelden ’s nachts, heb geen tijdrovende verslavingen en haal  tegenwoordig meestal mijn deadlines. Maar wat die adrenalineverslaving betreft zou Bevriende Advocate wel eens gelijk kunnen hebben. In mijn pre-Erwiniaanse jaren, grotendeels samenvallend met mijn pre-zenjaren, sliep ik slechter, had ik meer stress, at ik ongezonder, dronk ik meer alcohol, kwam ik altijd en overal te laat, las ik minder, had ik minder oog voor kleine dingen die het leven mooi maken. Maar ik had meer werk en meer inkomen. Dat had weinig met het economisch tij te maken en veel met daadkracht. Daadkracht door stress, adrenaline dus. Dat ik ook meer uitgaf en dus vaker dan tegenwoordig met rood hoofd bij een kassa stond omdat het betaalautomaat ‘geen saldo’ aangaf, maakt het plaatje compleet.

Mensen met ADD en ADHD hebben meer moeite met het bewaren van evenwicht. Meer stress nodig om in actie te komen en tegelijk meer rust nodig, want sneller afgeleid. Bekend verhaal. Die disbalans heeft te maken met minder goede filtering van prikkels in de hersenen. Waardoor er inderdaad vaker en meer adrenaline door het lichaam schiet….. totdat het te veel wordt en adrenaline juist afwezig lijkt. Is dat bij mij het geval de laatste tijd en zou ik dus weer eens wat meer stress moeten zoeken?

Goed, ga ik onlangs naar een workshop over gezonde voeding voor mensen met ADHD, ADD en autisme, zegt Deskundige – een orthomoleculair voedingstherapeut – dat al die ‘aandoeningen’ neerkomen op ‘drukte in je hoofd’ en veroorzaakt worden door verkeerde voeding. Pardon?

Dit klinkt als ‘ADHD bestaat niet’ of ‘ADHD is een rotsmoes’, stellingen die ik vaak hoor, gevolgd door een advies over wat de aansteller ‘gewoon even moet doen’: plannen, rustig zijn, opschieten, plannen uitvoeren, op tijd komen. Van die dingen waarvan het juist typisch AD(H)D is om daar heel veel moeite mee te hebben. Deze Deskundige zegt dat ‘ze’ gewoon anders moeten eten’. Geen zuivel, geen brood (koolhydraten en suiker), wel eieren, vlees, veel vis, en kilo’s groente, met uitzondering van aardappelen en de nachtschade-groenten: aubergine, tomaat (tenzij flink verhit geweest, als in puree),  rode pepers, paprika.  Vergeef me dat de details me zijn ontschoten, maar het gaat erom dat een tekort aan de juiste vetten en eiwitten en een teveel aan koolhydraten, ons lichaam in disbalans brengen. Onze hersenen bestaan voor tachtig procent uit vetten, zegt Deskundige, dus een tekort aan de juiste vetten verstoort de werking van de hersenen. En anderszins slechte voeding brengt het maagdarmsysteem in stress, wat ook al niet goed is voor de hersenen. Slechte darmen en ‘duffe’ of snel overprikkelde hersenen zouden beide een gevolg zijn van op ‘verkeerd’ eten en dus samenhangen.

Zij kan het weten, was een onmogelijk druk en impulsief en vervelend en snel afgeleid kind. Totdat haar moeder haar anders liet eten.

Ik heb moeite met stellige uitspraken. Wil meer lezen en horen voordat ik aan deze voeding-helpt-hersenentheorie meer aandacht besteed. Maar had jarenlang veel last van mijn darmen. Ik eet niet héél vet en niet héél zoet, maar wel veel kaas en zuivel. Ben ik uit evenwicht, dan is mijn maag de eerste die protesteert, soms net zo lang totdat  ik die volledig, maar dan ook volledig, geleegd heb. Van één iemand in mijn omgeving weet ik dat bij hem een relatief warrig hoofd, dagelijks twee porties yoghurt en jarenlange maag-darmklachten ook samengaan.

Twee nabije ‘cases’ zijn onvoldoende om dit verhaal over de relatie tussen voeding, darmen en brein dusdanig serieus te nemen dat ik Deskundiges leer heilig verklaar. Al kan gezond eten nooit kwaad. En  wat zou het fijn zijn, als anders eten maakt dat ik minder ‘slechte stress’ nodig heb om me ‘wakker’ te voelen. De suggestie van de advocate en de workshop komen in een periode waarin ik overweeg mijn verzet tegen medicijnen te staken en ‘het gewoon eens te proberen.’ Ik wil verder. Maar de hele rits bijwerkingen die van ADHD-medicatie bekend staan (van gebrek aan eetlust en slapeloosheid (daar wil ik nu juist vanáf!) tot hartkloppingen) schrikken me af. Meer dan, geloof het of niet, zeg ik ook tegen mezelf, een leven zonder kaas, brood en tomaten…