Ken je die van die roze olifant? Waar je vooral niet aan mag denken? En die je vervolgens niet meer uit je hoofd krijgt?
Ik broed al een halve dag op de juiste insteek voor deze oudejaarsblog. Zit met ‘ADD-jaar’ in mijn hoofd. Dat 2014 voor mij was. En ook weer niet. En natuurlijk toch ook wel. En niet. En wel. En niet. En wel. En niet, maar wat dan wel? Net zoals dit natuurlijk een ADD-blog is. En, hoop ik, ook weer niet. Er is meer in mijn leven dan ADD. Er is meer, veel meer, wat mijn leven bepaalt dan ADD. Ik bèn niet ADD, zoals de 17-jarige Sue me gisteren zo mooi schreef, ik hèb ADD. Net als zij. En nu ik weet dat ik (waarschijnlijk) ADD heb, ben ik niet opeens veranderd. Dat soort gedachten helpen haar. Bij mij wekken ze nog verwarring op. Ook al weet ik het best. Ik ben Anke. Ik ben 44, woon in Rotterdam, ben vrouw en geliefde van Erwin, werk als journalist, ben dochter, zus, schoonzus, vriendin, nicht, buurvrouw, assistent-zenleraar, heb een bijbaan als postbezorger, ben lid van de Hub, Amnesty International en van een politieke partij, doctoranda in de maatschappijgeschiedenis, Argentinië-kenner, oud-collega, freelancer, Pronkstukspecialist, schrijven-voor-chaoten-specialist in wording en, oja, ervaringsdeskundige op het gebied van ADD, zeg maar ADHD maar dan zonder de H van hyperactief. Onder andere.
Dit jaar kan moeilijk vooral ADD-jaar genoemd worden. Het was het jaar dat begon zonder Els maar met een hernieuwde kennismaking met Karin, die we tot dan toe vrijwel alleen in Els’s gezelschap zagen. Het begon met mijn artikel over mediterende artsen, dat ik eind 2013 af had willen hebben. Het was het jaar van nieuwe journalistieke opdrachtgevers. Het jaar waarin ik voortaan rond zes uur opstond. Het was het jaar waarin ik post ging bezorgen, voor het geval dat. Het was het jaar waarin mijn vader naar het verpleeghuis ging en mijn moeder na vijfenveertig jaar weer het grootste deel van de dag alleen was. Waarin ik een nieuw soort gesprekken met mijn moeder voerde. Het was het jaar waarin Erwin en ik op fietsvakantie gingen, door Nederland en door het Eerstewereldoorlogslagveld in West-Vlaanderen. Het jaar waarin ik meer kilometers schreef dan ik in jaren gedaan had. En het jaar waarin mijn psycholoog tegen me zei dat wat ik had wel erg als ADD klonk en ik, opgelucht, op zoek ging naar hulp van iemand die goed begreep wat dat betekent.
En toen, begin oktober, werd die hulp serieus, ging ik steeds openlijker over ADD praten en begon ik deze blog. Leek al het andere in mijn leven plotseling minder belangrijk. Of kwam het, op zijn best, in de schaduw te staan van deze nieuwe richting in mijn ontwikkeling. Zelfs mijn vader. Zelfs mijn werk. Leek 2014 een ADD-jaar te worden. De ontdekking dat ik in ieder geval erg veel gemeen heb met mensen die de diagnose ADD of ADHD hebben, zoveel dat wat hen helpt, mij ook helpt, heeft mijn kijk op mijn leven tot nu toe veranderd. En veranderde ook mijn kijk op de toekomst. Zij het dat het me, dankzij zen en dankzij Effectief met AD(H)D, vooral sterkt in mijn toch al steeds sterkere overtuiging dat ik het verst kom, me het gelukkigst voel en het best bijdraag aan het geluk van anderen, als ik dicht bij mezelf blijf. Als ik schrijf dus, bijvoorbeeld. En vanavond een klein maar fijn feestje vier met mensen die me dierbaar zijn.
Volgend jaar verder. Met ADD, dat voorlopig heel belangrijk blijft. Misschien zelfs wel belangrijker wordt. En tegelijk steeds meer een eigen plek krijgt, niet boven maar naast al het andere.
Omdat ik het niet laten kan: en toen, toen kwam er een roze olifant met een lange snuit en die blies blogjaar 2014, met ADD, dank en mooie vooruitzichten, wis en waarachtig uit.
Stok achter de deur van vandaag: Erwin Wesseling. Dank je Erwin, voor dat en nog veel meer!