Te goed of Kop in het zand

IMG_3682
Houd ik daarom zo van duinen, zee en strand?

Hij twijfelde even voordat hij het zei, de psycholoog die begin vorig jaar suggereerde dat ik ADD heb. Gaf dat ook toe. Maar hij zei het:  ‘Een minderwaardigheidscomplex gaat vaak gepaard met een meerderwaardigheidscomplex.’ Of woorden van gelijke strekking.  De context: een belangrijke aanleiding voor mij om naar hem toe te stappen, was dat ik er maar niet toe kwam om werk te maken van mijn vele ambitieuze plannen en ideeën, ondertussen nauwelijks inkomsten binnenhaalde maar ook niet achter ander werk aanging. Voor wat ik wil voel ik me te min, voor wat ik moet voel ik me te goed. Zoiets dus, was zijn idee.

Het hakte erin. Ik, die pretendeer mensen die niet of nauwelijks gehoord worden een stem te geven, voel me te goed om mijn handen uit de mouwen te steken? De stelling bleef en blijft me achtervolgen. Het bracht me ertoe om postbezorger worden. Drie dagen van drie uur per week, veel beweging, buitenlucht en nog een basisinkomenpje ook, ideaal toch? Niet dus, en dat wist ik van tevoren: tussen elke activiteit heb ik, typisch AD(H)D, veel tussentijd nodig. Drie keer drie uur kwam daarmee neer op drie werkdagen die ik niet of nauwelijks aan mijn journalistieke werk besteedde. Negen maanden lang kwam ik nauwelijks boven dat basisinkomenpje uit. En maar blijven proberen. Want ik moest het toch kunnen. Ik wilde vooral niet dat Ze zouden denken dat ik me te goed er te goed voor voelde.

Hoe goed ik ook weet hoezeer ik de afgelopen weken in beslag genomen werd door ouderlijke zorgcrisis, ADD-activiteiten, een opleiding en enkele journalistieke klussen en hoezeer ik ook burnout-naderende symptomen herkende, hoor ik het de psycholoog weer zeggen, ‘Een minderwaardigheidscomplex gaat vaak gepaard met een meerderwaardigheidscomplex.’ Nu ik weer min of meer uitgerust ben en de draad voor de zoveelste keer opnieuw oppak, zie ik voor welke klussen ik tijdens de crisis tijd en ruimte heb weten te maken, en voor welke niet. En wanneer ik ‘gewoon’ tegen degenen die op me wachtten toegaf dat het niet lukte  en nieuwe afspraken maakte… en wanneer niet. Tot mijn verbazing – heb ik die lessen nu nòg niet geleerd – heb ik hier en daar mijn kop diep in het zand gestoken. Mails onbeantwoord gelaten, toezeggingen zonder opgaaf van reden niet nagekomen, gedaan alsof mijn neus bloedt.

Er zijn tijden geweest dat dat voor mij min of meer normaal was en voor mezelf wist goed te praten (‘Hoe kunnen Ze in godsnaam verwachten dat ik dat allemaal voor elkaar krijg, ik vertik het om weer nachten door te werken, dat Zij dat zo nodig willen doen moeten Zij Dat Zelf weten, en Zo Belangrijk Is Het Allemaal Toch Ook Weer Niet, waar maken ze zich toch druk om?’) Nu baal ik. Als ik iemand iets te verwijten heb, dan ben ik het toch echt zelf. Dat doe ik, mindfulness-getrouw, op vriendelijke en nieuwsgierige wijze. Waarom hield ik me groot? Waarom zei ik niet eerder dat iets niet ging lukken? Waarom ging ik überhaupt verplichtingen aan die me afhouden van òf in mijn levensonderhoud voorzien òf de dingen die ik echt wil – deze blog, mijn aanverwante ADD-ervaringsdeskundigheidsactiviteiten, bepaalde journalistieke verhalen – terwijl ik weet dat het me zoveel moeite kost om op mijn pad te blijven, overeind te blijven soms zelfs?

Kiezen, dat zal ik nog bewuster moeten doen. En toegeven, allereerst aan mezelf, dat ik niet alles kan. Laat ik dat nu net verschrikkelijk moeilijk vinden. Misschien juist wel omdat ik niet wil dat mensen denken dat ik me ergens te goed voor voel of juist dat ik het nooit zal kunnen. Iets zegt me dat ik desondanks op de goede weg ben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *