Tag archieven: liefde

Wij waaien uit

20150301_161155_resized2

De crisis is bezworen. De gezondste ouder is weer op de been, de ander in ieder geval weer opgewekt. Tijd om uit te waaien. Offline, grotendeels. Maar niet helemaal – zoals je ziet. Ik blijf liever dan ooit verbonden met het digitale deel van mijn sociale wereld. Best leuk. Maar uitwaaien is nog leuker. Gisteren wandelden we een kilometer of twintig door de duinen bij Bergen en Schoorl, en nog een kilometer of wat tegen de wind in over het strand, vandaag wandelen we verder. En morgen weer. Traktatie voor ons anderhalfjarig trouwen. En een time-out in wervelende tijden. Wandelen in prachtige natuur met m´n geliefde, daar word ik rustig van. En nog gelukkig ook.

En of tijden kunnen veranderen

Onder dit kasteelraampje werkte ik pas echtNou zeg.

Er zijn tijden geweest dat ik meer nachten niet sliep dan wel. Vijf jaar geleden kwamen die ten einde. Ik heb het eerder geschreven: de liefde bracht mij rust, naast nog veel meer.

Er zijn tijden geweest dat ik veel liever alleen was dan samen, want samen zijn = je moeten aanpassen = gedoe = energieverspilling = gatverdamme, niet doen, daar gáát mijn leven.

‘ADHD-ers hebben moeite om hun grenzen te bewaken en zijn dus graag alleen.’

Die tijden eindigden eerder maar geleidelijker. En waarschijnlijk zal ik er mijn leven lang over verbazen dat aardig wat mensen èn leuk werk èn een gezin èn een sociaal leven èn energie èn plezier hebben. Mijn veertigste levensjaar ruimschoots gepasseerd, is het helaas vrijwel uitgesloten dat ik mezelf ooit zal laten zien dat ook ik tot die combi in staat ben.

Er zijn tijden geweest dat ik de faalangstige kriebels kreeg als Erwin liet vallen dat hij de volgende – doordeweekse! – dag thuis zou zijn, of ik nu een deadline had of niet. Die tijden liggen nog vers in het geheugen. Nee, laat ik eerlijk zijn, ze zijn er nog steeds. Dat die angst gepaard ging met boosheid, verongelijktheid, ‘hij-snapt-er-ook-helemaal-niets-van-en-hij-zal-het-ook-niet-snappen-hij-wil-dat-zelfs-niet-eens-hij-gunt-me-mijn-rust-en-ruimte-en-succes-niet’, ligt achter me, maar hoever hangt af van hoe goed ik de laatste tijd geslapen heb.

Ik schat dat die mix van negatieve emoties, voortkomend uit levenslang opgestapelde ervaringen van ‘verdomme-waarom-lukt-het-mij-niet-en-anderen-wel’, valt onder wat ADHD-centrumdirecteur Cathelijne Wildevanck ‘gevolgschade’ noemt.

Ongeveer anderhalf jaar terug, trok ik me twee weken terug in een wifiloos en rumoerarm kasteel in bosrijke en mensarme omgeving. Kon ik eindelijk eens kilometers maken met het boek dat ik aan het schrijven was. Na terugkomst, was ik vastberaden om snel een behoorlijke hoeveelheid behoorlijk betalende opdrachten binnen te slepen en voortvarend af te ronden, omdat eenzame opsluiting in dat mooie stille kasteel de enige manier is waarop ik ècht aan werken toekom en ècht geluk dus binnen bereik komt.

‘ADHD-ers zijn snel afgeleid en hebben veel tijd nodig om te kunnen schakelen tussen de ene activiteit en de andere. Ze zijn vaak goed in hun vak maar perfectionistisch.’

Hmm. Die opdrachten en kasteelretraites wil ik nog steeds, maar zonder dat ik er erg in had, kwam er een moment waarop ik concludeerde dat ze niet van levensbelang zijn. En dat ik het heel leuk zou vinden als ik die retraites tenminste gedeeltelijk met Erwin kan doorbrengen.

Er zijn tijden geweest, dat als Erwin nachten van huis was, ik ook vooral weg was en zo niet, dan in ieder geval zo vaak zo laat naar bed ging, dat een romantisch bedoeld weerziensetentje steevast van slaperigheid in het water viel.

‘ADHD-ers zoeken graag hun grenzen op, wat hen kwetsbaar maakt voor stress, slaapproblemen en alles wat dat met zich mee kan brengen.’

Vorige week was Erwin zes dagen van huis. Eén keer heb ik hem opgezocht en waren we een dag en een nacht samen. Eén avond kwam hij heen en weer. Het was een goede week, waarin ik aardig druk was, lekker gewerkt heb, iets meer schreef, iets socialer was, maar ook iets meer las en iets meer sliep dan in normaal.

Gisteren kwam hij thuis. Ik was blij, jippie-blij. Maar ik moest ook wennen. Wilde ik stil zijn en lezen, wilde hij praten. Wilde ik praten, wilde hij lezen. Denkt hij opeens voor mij vooruit. Gaat hij naar het toilet als ik nodig moet. Loopt hij, kortom, in de weg. Lig ik, voor het eerst in ruim een week, opeens weer vele nachtelijke uren wakker. Nou zeg.

Ben ik rustig, energiek, optimistisch en gelukkig bovendien, moet ik wennen. Nou zeg.

Stok achter de deur van vandaag: Marije Webbers. Dank je Marije!

Hetzelfde strand, vijf jaar later

strand1-225x300‘Is de lucht nu zo helder, of ligt het aan mij?’ Het uitkijkpunt bij Kijkduin, gisteren aan het eind van de ochtend. Het was druk op dat punt, en overal op het strand aan onze voeten. Alsof het een mooie nazomerdag was. Dat had niets met mij te maken. We zijn vaker in november op die plek geweest en meestal was het dan bewolkt. Bewolkt, druilerig en stil. Al schijnt in mijn herinnering aan de eerste keer dat we samen op dat punt stonden, na een wandeling over het strand vanaf Hoek van Holland, vijf jaar geleden, altijd de zon.

Erwin en ik kenden elkaar toen nog nauwelijks. Na onze nachtelijke kennismaking een paar weken eerder, waren we één keer samen uit geweest. Met een mengeling van blijdschap en verdriet fietste ik daarna naar huis. Blijdschap, want het was leuk geweest. Verdriet want, tja, da’s lastiger. Waarschijnlijk had dat te maken met de teleurstelling die in die tijd meestal op dat soort blijdschap volgde. Liefdesrelaties wilden mij tot dan toe, dus tot diep in mijn dertiger jaren, maar niet lukken. Vind het flauw klinken maar zeg het toch: komt vaker voor, weet ik nu, bij AD(H)D’ers. Om bij mezelf te blijven: ik vond het leven jarenlang een stuk gemakkelijker in mijn eentje dan samen. Al was ik het alleen-zijn vijf jaar terug ook alweer jaren zat.

We hadden om een uur of tien afgesproken, de dag van die eerste strandwandeling, in de trein uit Erwins toenmalige thuisstad naar Den Haag. Een onmogelijk tijdstip, vond ik eigenlijk. Het was dat ik de afspraak heel graag tot een succes wilde maken, dat ik ruim op tijd was. Tot mijn verbazing was Erwin niet alleen op tijd, maar ook nog eens goed voorbereid. Hij had eten en drinken bij zich voor onderweg. Hij had niet eens hoeven haasten… Ik kon daar nauwelijks bij.

Gisteren liepen we dezelfde etappe als vijf jaar geleden in omgekeerde richting. Terwijl we door het zand stapten, minder zenuwachtig, rustiger ook, met een feestelijk gevoel van ‘vijf  jaar alweer, wat een tijd’, zag ik beelden van hoe mijn leven er tot onze ontmoeting uitzag. Ik werkte destijds in een gedeeld kantoor buitenshuis, waar ik soms als eerste binnenkwam en vaak als laatste vertrok. Anders dan in mijn begintijd als freelance journalist, hield ik mijn weekenden meestal vrij. Maar in plaats van aan ontspanning en leuke dingen, gingen ze vrijwel altijd op aan bijslapen, huishouden en de krant lezen. Tot mijn frustratie, leek dat allemaal zinloos. Ik kreeg ik mijn huis nooit aan kant, vaak lukte het me niet om boodschappen te doen voordat de buurtsuper zaterdags om 17 uur dichtging, bleef met krantenlezen bij het vierde of vijfde artikel steken. Alleen als ik vantevoren met iemand afgesproken had, kwam ik ertoe om andere dingen te ondernemen. En alleen als ik ergens over schrijven ‘moest’ las ik daarover alles wat los en vast zat. Ook dat past prima in het AD(H)D-beeld. Of was het gewoon een kwestie van weinig structuur in mijn leven?

De eerste keren dat ik met Erwin afsprak, schrok ik ervan hoe vanzelfsprekend het voor hem was om ’s avonds na het werk of in het weekend overdag, fit genoeg te zijn om dingen te ondernemen. Hij hield me in die zin een spiegel voor: ik zag hoe moe ik zelf was. En dat in een periode waarin ik me voor mijn doen juist goed voelde.

Met de maanden en jaren werd ik fitter en werd mijn, inmiddels ons, huis opgeruimder. Beide heeft veel met Erwin te maken. Samen voel ik me niet alleen beter, de liefde houdt me ook bij de les. Waar ik in mijn eentje regelmatig nachten doorwerkte en daardoor dagen achtereen in een roes leefde, wil ik nu fit zijn. Al is het maar omdat ik bang ben dat Erwin anders snel genoeg van me krijgt. Het huishouden blijft voor mij bijzaak. Maar als ik foto’s zie van hoe het was begrijp ik niet hoe ik destijds thuis overleefde.

Niet alleen de lucht was helderder, gisteren langs het strand, maar ook mijn hoofd. Eerlijk gezegd valt dat me vrijwel altijd op de laatste jaren, als ik ergens kom waar ik een poos niet ben geweest: elke keer zie ik de wereld scherper. Ik zie, ruik, proef, hoor en voel meer. De liefde en zen doen hun werk. Het zand was gisteren ruller dan ik me van andere wandelingen herinnerde, lopen was af en toe zwaar. Ik mopper vaak dat ik moe ben, zou graag nog veel fitter zijn. Desondanks waren we allebei een beetje verbaasd toen, even na zonsondergang, de eerste strandtenten van Hoek van Holland in beeld kwamen. ‘Weet je nog hoe moe we waren, vijf jaar geleden?’ Net als toen, begonnen er vlak voor de eindstreep regendruppels te vallen. Op het klimaat hebben wij geen invloed. Op elkaar des te meer.

Stok achter de deur van vandaag: Marlijn Wesseling. Dank je, Marlijn!