Tag archieven: ADHD en vrouwen

Lichaamseigen stoffen

20150501_091748Ben duf deze ochtend. Op een andere manier dan anders. Tijdens mijn tijdens mijn ochtendlijke freewriting-sessie, waarin ik probeer mijn gedachten zo letterlijk mogelijk op papier te krijgen, inclusief rare gedachtensprongen en zonder ‘iets moois’ na te streven, kwam ik tot vijf, zes keer toe, niet verder dan vijf woorden per gedachte. En maakte ik me nog druk over de onleesbaarheid  van die woorden ook. Waar mijn hoofd en schrijven in de loop van zo’n sessie meestal rustig worden, bleef de dufheid een kwartier onverminderd. Ik probeerde na te gaan wat er aan de hand was. Vanwaar die dufheid? Ik had nota bene goed geslapen. De voorgaande nacht minder, maar ik ben aardig wat gewend. Dat kon het niet zijn. Ik heb gisteravond een glaasje wijn gedronken, goed. Hakt er soms in. Ik drink heel weinig, daarom en vandaar. Maar àls ik alcohol drink en ik voel ’s ochtends de gevolgen daarvan, dan voelt dat anders dan wat ik nu voel. Alcoholdufheid zit meer tegen hoofdpijn aan. Vervelend, chagrijnbevorderend. Maar dit keer voelt de dufheid als verlamming. Tot in mijn spieren toe. Waar ken ik dat toch van?

Opeens weet ik het. Een pilletje. Een gewoon huis-tuin-en-keuken pilletje van de drogist, valdispert nacht  extra sterk, met valeriaan en melatonine. Er is een tijd geweest, volgend op jaren waarin ik meer nachten niet dan wel sliep, dat ik erg gelukkig was met dat spul. Beter duf wakker worden dan niet slapen. Tegenwoordig moet ik wel heel extreem, extreem extreem bang zijn dat ik niet slaap, op het wanhopige af zeg maar, dat ik een melatoninecapsule overweeg.  Gisteravond kon ik de lichtere variant die ik wel vaker slik, met valeriaan maar zonder melatonine, even niet vinden. Dan die sterke maar. Het was wat laat, ik was over mijn grenzen heen zo moe van een gezellig etentje met dat glaasje wijn dus en dacht ‘nou goed dan, voor deze keer.’

Ik weet gelijk weer waarom ik dat niet meer doe.  Opeens, voor het eerst in bijna twee  maanden, doemt Zij op in mijn gedachten,  ADHD-bij-volwassenen-onderzoekspionier, goeroe voor velen en boevrouw voor anderen, professor dokter ex-farmaceutische-industriemedewerker, tataaaa, taratatatataaaaaaaaaaaaaa Sandra Kooij! Als hoofdspreker – want pionier – op het congres ADHD Vrouw sprak zij over melatonine. In de context van ADHD-ers nachtuilschap en slaapproblemen. Waar ze medicijngebruik als iets volkomen vanzelfsprekends besprak, inclusief het gegeven dat gangbare ADHD-medicatie ritatin en concerta, beide vormen van speed, goed slapen soms nog eens extra in de weg kan staan. ‘Maar ik voel me de hele volgende dag duf als ik dat geslikt heb’, zei iemand uit de zaal. Mevrouw goeroes antwoord: ‘Melatonine is een lichaamseigen stof, die het lichaam normaal gesproken dus zelf aanmaakt om slaap te bevorderen. Als je daar last van hebt, zou dat heel vreemd zijn. Het kan in ieder geval geen kwaad.’ Of woorden van gelijke strekking.’

Hmm, is adrenaline niet ook een lichaamseigen stof? Die je alert maakt, wakker houdt en je in sommige situaties helpt maar in andere in de weg zit? Vreemde redenering. Moet gelijk ook denken aan iets dat Hoofdpersoon M, uit het verhalende verhaal dat ik de komende tijd vorm zal geven, me vertelde. Ook zij heeft informatiebijeenkomsten bij PsyQ gevolgd. En ook die gingen grotendeels over medicijnen. Deden de psycholoog en zijn stagiaire die mijn groep begeleidde bagatelliserend over hartkloppingen als bijwerking van Ritalin en Concerta, ‘haar’ psychologes deden er lacherig over dat die medicijnen in het buitenland vaak als drugs worden  gezien, verboden dus. Met een toontje van ‘ze snappen er ook niets van.’

Ik vind het heel fijn om hele nachten door te kunnen slapen. Slome spieren zijn minder naar dan een bonkend hoofd van de slaap. Maar dat kunstmatig aangemaakte dufheid als gevolg van bijslikken van een stofje dat het lichaam ook zelf kan maken, helemáál geen kwaad kan, nee, daar wil ik niet aan.

Zo, en dan nu maar een extra bakje koffie.

De Hoofdpersoon

20150420_144821Afgelopen week bevond ik mij, voor het eerst in een aardige poos, weer eens in journalistieke kringen, de journalistieke kringen waar ik het meest van houd. Ik was op de Conferentie Verhalende Journalistiek. Het thema: De Hoofdpersoon. In de verhalende journalistiek hebben we het niet over een min of meer onpersoonlijke ‘bron’, ‘zegsman’ of ‘functionaris’ maar over De Hoofdpersoon, een persoon van vlees en bloed, met een karakter en emoties, die een doel nastreeft, handelt, faalt of slaagt. Een hoofdpersoon wiens verhaal uniek is en tegelijkertijd staat voor iets groters, iets universeels en, meestal, een maatschappelijk verschijnsel. Iemand met wie de lezer of kijker zich kan identificeren, waardoor het verhaal beklijft.

Vrijwel altijd gaan dat soort journalistieke verhalen over levens met een omweg, van het soort waaraan ik inmiddels vaak mensen met AD(H)D weet te herkennen. Daar zit drama in, daarin gebéurt iets. Behalve een interessante hoofdpersoon, vereist een goed ‘verhalend journalistiek verhaal’ actie, een aaneenschakeling van handelingen, vallen en opstaan, leidend tot een plot.

Radiomaker Jaïr Stein opende de conferentie met de anekdote over zijn beste vriend Alexander, die hem jaren terug snikkend belde, met een artikel in zijn hand over het syndroom Asperger, een vorm van autisme. Al lezende, bellende, snikkende, ontdekte Alexander dat hij Asperger heeft en ziet zijn leven aan zich voorbij trekken. Jaïr kost het de grootste moeite om in de rol van beste vriend te blijven en niet toe te geven aan de journalist in zichzelf, juichend om de vondst van ‘dit prachtige verhaal.’ Hij maakte een radioreportage over zijn vriend, zij het jaren na dat telefoongesprek. Pas toen waren Jaïr en zijn vriend daar klaar voor.

AD(H)D en autisme zijn verwant aan elkaar, weet ik sinds een poosje. Een van de onderwerpen die op de conferentie ter discussie stond, was de vraag wanneer het iets toevoegt als ‘de ik’ een rol, of zelfs een hoofdrol, krijgt in een journalistiek verhaal. Het mag, daar is ‘men’ het over eens, als die ‘ik’ werkelijk een rol speelt in het verhaal, anders dan die van de schrijver die zoekt en zoekt en zoekt naar informatie en die dan eens wel en dan eens niet vindt. Nog even afgezien van de rol van Anke in Add&Anke, sterkte de anekdote me erin om nu ook in deze journalistieke kringen uit de kast te komen. Collega’s, potentiële opdrachtgevers en wie het maar horen wil, vertelde ik over min blog, site en andere Add&Anke-activiteiten. Niet tussen neus en lippen door, maar als antwoord op de vraag ‘Waar ben jij tegenwoordig mee bezig?’

Niet dat ik mijn blog beschouw als journalistiek project. Daarvoor draait het (nog?) teveel om mij, om mijn persoonlijke ervaringen en inzichten, zonder dat ik deze stelselmatig in de context plaats van maatschappelijke discussies en journalistiek en wetenschappelijk onderzoek. Soms vind ik dat ik dat meer zou moeten doen. Ik ben toch journalist? En kwamen we er bij Effectief met AD(H)D (en veel eerder al, bij de haptonome) niet op uit dat ik meer mijn plek in moet nemen? En dat mijn werk dusdanig belangrijk voor me is, dat ik dat vooral ook in mijn werk moet doen?

De reacties op mijn openbaring in journalistieke kringen wisselen. De meeste zijn, al dan niet voorzichtig, enthousiast. Iets in de trant van: ‘Het moet prettig zijn, als je opeens beter kunt plaatsen waarom dingen gaan zoals ze gaan, dat je niet de enige bent. Kan interessant zijn om daar ook in kranten en tijdschriften voor te schrijven.’ En soms, als ik verder vertel over een mogelijke hoofdpersoon die ik laatst ontmoette: ‘Goh, wat een mooi verhaal.’ Er zijn er ook die verveeld wegkijken. ‘Rugzakkinderen, ADD, ADHD, Asperger, Nieuwetijdskinderen, overdiagnosticering, de Libelle en Margriet stonden er vijf jaar geleden al vol mee.’ Soms denk ik dan: ‘Komt het te dichtbij? Heb je zelf zo’n kind? En ben je bang dat dat misschien wel betekent dat je zelf ook wel eens in aanmerking zou kunnen komen voor een berucht Labeltje? Of, tja, of….. ‘ Kan ook gewoon een kwestie van smaak zijn. En ja, natuurlijk wordt er veel, erg veel over kinderen met labeltjes geschreven. Bovendien: vindt een redacteur het een slaperig idee, een artikel over ADD, dan zullen er potentiële lezers zijn die dat ook vinden. Maar wat als ik nou eens een heel ander soort ADD-verhaal vertel?

Mij komen verhalen over AD(H)D in ieder geval vaak erg dichtbij, anders dan en misschien toch ook wel vergelijkbaar met Alexanders verhaal voor Jaïr. Dat verhaal gaat ook over vriendschap en over hoe een vriend als journalistieke bron gebruiken de vriendschap onder druk kan zetten. Voor mij komen de meeste interviews die ik in de afgelopen maanden met mede-AD(H)D’ers heb gehad dichtbij omdat ze voor mijn gevoel ook altijd over mij gaan. Al is het maar wegens mijn verbijstering, keer op keer, over hoeveel mijn leven overeenkomt met dat van een volslagen ander persoon – qua omwegen, burn-outs, de continue ideeënstroom, het slechte slapen, de fantasierijke meisjesdromen en  de reacties van de buitenwereld – verveeld wegkijken, ‘het  lijkt wel of alle kinderen tegenwoordig wel ìets hebben’, niet horen dat ik het helemaal niet over kinderen gaat en nog minder over overdiagnosticering, maar, in tegendeel, over jarenlang hulpverlenerhoppen wegens burn-out, ‘het zit er wel in maar het komt er niet uit’ etcetera, zonder dat het woord AD(H)D valt, enzovoort, enzovoort, enzovoort.

Nu heb ik dus laatst een mogelijke hoofdpersoon ontmoet. Een die heel graag haar verhaal vertelt, een verhaal waar ik zo graag naar luister, dat het me opeens beter lukt om mezelf erbuiten te houden. Een verhaal waarin de dromen en drama’s van vele volwassen vrouwen met ADD samenkomen, weet ik op basis van zowel gesprekken als het nog beperkte maar wel aanwezige wetenschappelijke onderzoek naar deze groep. Een verhaal waar ik enkele collega’s mee heb doen glunderen. Ik heb het vaker gezegd, en je weet maar nooit hoe het allemaal lopen gaat, ik voel een Nieuw Begin aankomen. Als ik er klaar voor ben. Van hoofdpersoon in Add&Anke naar journalist verhalend over ADD.

Stok achter de deur van vandaag: Bernadette Kester. Dank je Bernadette!

Terug naar het midden

20150309_182600_resized
Net als de site, net op tijd klaar voor het congres…

Het heeft een poos geduurd voordat het kut-gevoel weg was. De koppijn nam in de loop van de ochtend zelfs toe, tot dusdanige sterkte dat ik vreesde voor misselijkheid en overgeven – wat bij mij nogal eens op zeurende hoofdpijn volgt.  Gelukkig had de receptioniste van de Jaarbeurs, waar het congres ADHD Vrouw zich afspeelde, een paracetamolletje voor me.

Of het vooral daaraan lag weet ik niet, maar in de loop van de dag trok de hoofdpijn weg. En ik werd rustig. De dag bracht me in herinnering dat ik de afgelopen jaren steeds beter geleerd heb om ‘het midden’ terug te vinden, het midden tussen doorrennen, stress en tegen mezelf vechten aan de ene kant en apathie, mezelf verbergen, uitputting aan de andere.

20150307_103332_resizedOnder de tweehonderd (!!, en dat voor een eerste-keer-event, impulsief en naast fulltime banen georganiseerd door een klein clubje mede-ADHD’sters) aanwezige vrouwen, waren er veel, heel veel, die zich herkenden in de onderzoeksresultaten van ADHD-bij-volwassen-onderzoek-voorvrouw Sandra Kooij en de haren, over de hoge mate van slaapproblematiek (75%), obesitas,  seksuele problemen en nog zo het een en ander onder vrouwen met ADHD. Ik woonde een workshop bij over bioritme, slaapproblemen dus ook, en werd geraakt door de wanhoop van sommigen in reactie op het advies van PsyQ-onderzoekster Marjolein Tanke, om toch vooral te proberen om voor tienen op te staan en acht uur te slapen. Die zelf zei dat mensen met ADHD ‘nu eenmaal’ nachtuilen zijn en gemiddeld anderhalf uur later dan mensen zonder ADHD de slaap vatten, onder andere omdat ze graag genieten van de rust in huis als de rest van het gezin in bed ligt, en juist dan zulke goede ideeën krijgen dat ze gelijk nog maar even verder en verder en verder gaan.

Herkenning, zonder feest. Ik slaap nog wekelijks minstens één nacht slecht. En de boosheid op ‘De Maatschappij’ herken ik natuurlijk ook. Hoe vaak heb ik me erover opgewonden dat een werkgever mij de Belachelijke eis stelde dat ik voor negenen binnen was? Terwijl hij wìst dat ik ruim een uur moest reizen??  Tegennatuurlijk, toch?! En dan ook nog verwachten dat ik, na zo’n start, iets zinnigs uit mijn handen krijg die dag? Het was een van de redenen waarom ik het als werknemer nergens lang volhield. Tegenwoordig lukt dat vroege opstaan me prima. Geniet ik er zelfs van.  Lekker rustig in huis, zo ’s ochtends vroeg. Wat nou, ‘ADHD’ers zijn nu eenmaal nachtuilen’? Blijkbaar heb ik het voor elkaar gekregen om een natuurlijke neiging te veranderen.

Wat daarom des te meer raakte, tegen beter weten in, is de vanzelfsprekendheid waarmee sprekers en deelnemers ‘behandeling’ gelijkstellen aan ‘medicatie.’ Dat een diagnose voor veel mensen – juist vrouwen, die veel vaker dan mannen op latere leeftijd worden gediagnosticeerd, onder andere omdat zij vaker het onzichtbare ADD hebben dan de overlast veroorzakende jongens en mannen met ADHD met H – een opluchting is,  niet alleen omdat dat erkenning inhoudt maar ook omdat op die erkenning medicijnen volgen. Die wanhoop aanhorende, snap ik die opluchting. Maar wat ben ik blij dat ik het bij paracetamoletjes kan houden. Zo nu en dan een kutgevoel ten spijt.

Gelukkig hoor ik over andere aanpakken dan ‘slik je medicatie en zorg dat je tòch aan de acht uur slaap komt’. Zoals  van ervaringsdeskundige Barbara de Leeuw, die een methodiek ontwikkelde om overprikkeling  voor te zijn. Beginnend bij: leer de signalen van je lichaam herkennen. Zodat je op tijd iets aan de situatie kunt veranderen. Yes. Dat is nu net wat zen mij geleerd heeft (na vijf jaar met mijn haptonome te hebben geoefend, trouwens). Tegen mijn natuurlijke neiging in, liet ik in de eerste pauzes in het congres mijn ambitieuze plannen om Zoveel Mogelijk Interessante Mensen te spreken, ten behoeve van die Spraakmakende Artikelen of mijn eigen workshops, varen. In plaats daarvan zocht ik een rustig hoekje, dronk cappuccino omdat warme melk me rustiger maakt, in plaats van extra sterke koffie die ik pleeg te drinken om juist wakkerder te worden. Met als gevolg dat ik, ergens in de loop van de middag, blij van stand naar stand liep, en meer  mensen sprak en veel en veel en veel meer meekreeg  van wat zij te melden hadden,  dan in de vele jaren dat ik mijn vermoeidheid wegdrukte. Ik genoot, van het feest der herkenning dat er gelukkig weldegelijk was,  tussen grappige chaoten met ‘cv’s als een avonturenboek’, zoals initiatiefneemster Monique van Zwieten de hare noemt. En van het enthousiasme van de velen die hun ervaringsdeskundigheid op positieve wijze delen.

Even na zessen plofte ik uitgeput in de trein neer. Eenmaal thuis was ik zo blij verrast dat ik nog leefde en zelfs van mijn hoofdpijn af was,  dat de enige manier om niet in te storten, was om te hyperen. Op de een of andere manier lukte het Erwin en mij niet om qua stemming en plannen voor de avond op één lijn te komen. Vroeg naar bed leek het verstandigst. Maar slapen lukte niet. Zondag kostte het me dus veel moeite om aardig te blijven. Dat lukte pas ’s avonds,  toen we ons trakteerden op uit eten en film. Vandaag genoot ik lang dusdanig van de relatieve rust van een dag thuiswerken zonder mantelzorgen ’tussendoor’, dat ik nu alweer veel te lang bezig ben. Pffffffffffffff. Het midden vinden, het blijft een zoektocht.

Oudere blogs lezen? Die staan nog op mijn andere site, www.ankewelten.nl

Stok achter de deur van vandaag is Tony Nelis. Dank je Tony!

Kut-add en Met trots presenteer ik

Eigenlijk wil ik nu helemaal niet bloggen. Staat het me tegen zelfs. Kut-blog. Kut-add. Maar ik doe het toch. Omdat hoe ik me nu voel, op dit moment en talloze momenten in de afgelopen twee dagen, nou precies zijn waarom ik bloggend en anderszins probeer grip te krijgen op die kut-add. Of wat het ook is. Op die kut-patronen die me in de weg zitten.

Zoals ik me nu voel, dat is moe. Gespannen. Koppijn. En erger: ‘Zie je wel. Ik kan het niet en ik zal het nooit kunnen.’ De crisis zit inmiddels in mijn lijf. En die crisis, bestaat niet vooral uit gekmakende zorgen om de gezondheid van mijn ouders, al is dat wel een van de triggers. De crisis bestaat uit ergernis. Ergernis over verschillen in inzicht over wat er Nu gebeuren moet, met mijn moeder. Maar méér nog: ergernis over dat ik meer werk heb toegezegd dan ik aankan. In tijden van deze ouderlijke crisis. Maar waarschijnlijk was het ook zonder die ouderlijke crisis teveel geweest. Teveel werk voor te weinig geld, ook dat nog. Werk waarvan ik dacht en zei en uitstraalde en geloofde: ‘Ja, geweldig, leuk, dit wil ik doen en dit ga ik doen.’ Voor de goede zaak. Omdat ik het belangrijk vind. En leuk. En prima kan combineren met mijn ‘eigenlijke werk’ – het journalistieke schrijven, mijn Add-activiteiten en, sinds heel kort, de (voorbereidingen op) mijn opleiding tot Mindfulnesscoach. Ga ik doen, vanaf volgende week, om wat theoretische en praktische basis te geven aan de workshops waarmee ik mijn Add-ervaringsdeskundigheid wil overbrengen.

Klinkt als best veel hè.

Zo voelt het ook. Spanning op de borst, hoofdpijn, opgejaagd. Ik herken de symptomen van de burn-outs die ik gehad heb. Een gevoel van verlamming, omdat ik, bij alles waar ik aan begin, het gevoel heb dat het toch niet gaat lukken. Wat daarmee dus ook de waarheid wordt. En daarmee gepaard gaande: schaamte. Ze zien me aankomen. Ze zullen wel denken: Ze  kan het niet. En dat is tot op zekere hoogte nog terecht ook.

En dit had nog wel een grote dag  moeten worden. Ik reis dadelijk af naar het Congres ADHD Vrouw. Prachtig eerste initiatief van een groep vrouwen met ADHD, waar ik al maanden naar uitkijk. Uit nieuwsgierigheid. Zin in feest der herkenning. Maar ook omdat ik dat congres zag als eerste stappen als Add-ervaringsdeskundige journalist in Het Wereldje. Aanleiding voor mijn eerste grote ADHD-gerelateerde artikel(en) in Gerenommeerde Kranten en Tijdschriften. Misschien zelfs mijn eerste publieke optreden. Met de voordracht van een column, op basis van mijn blogs en de reacties daarop.

Niets van dat alles. Nog niet van gekomen. Site was nog niet klaar. Ik was nog niet klaar. En ook miscommunicatie met de organisatie speelde een rol. Te druk. Met  overleven, zo voelt het.

Toch ga ik. En presenteer ik hier en nu en bij dezen, veel ingetogener dan ooit bedacht, met gemengde gevoelens omdat hij nog lang en lang en lang niet af is, nog niet mooi genoeg enzovoort enzovoort enzovoort….. maar wel klaar voor gebruik met ingang van mijn eerstvolgende blog, mijn nieuwe site, annex nieuwe tak van mijn bedrijf: Add&Anke