Tag archieven: uitstelgedrag

Waar een wil is, is een moeten

vlakkenGoed, sfeer is ook een kwestie van smaak. En beide AD(H)D-hulpsessies die ik de afgelopen week meemaakte hadden een ander doel en een andere doelgroep. Voor de foto bij mijn stukje van gisteren pak ik de reader van de PsyQ-bijeenkomst erbij en merk dat ik het prettig vind om daarin alle symptomen op een rijtje te zien staan (herkenning), inclusief de risico’s op andere problemen (erkenning), de vetgedrukte mededeling dat ADHD geen excuus is maar een verklaring (en zo wil ik het graag houden) en een tekst over dat veel hulpverleners ADHD niet onderkennen (herkenning) en dat het onterecht vaak gezien wordt als kwestie van ‘niet goed je best doen’, ‘luiheid’ of misschien ‘het gevolg van trauma’s (en is er geen hulpverlener die dat zegt, dan vertel(de) ik dat mezelf wel).

Feit is, dat ik me na die bijeenkomst down voelde (goed, hij volgde op een dag waarop ik me toch al niet lekker voelde…) en dat ik van mijn coachingsgesprek bij het ADHD-centrum vooral blij werd. Vandaar nog even over het belangrijkste inzicht dat ik in dat gesprek opdeed.

Mijn moeite om me te motiveren om achter werk aan te gaan, komt er voor een belangrijk deel uit voort, dat ik onderscheid maak tussen wat ik wil en wat ik moet. En dat ik bij ‘moeten’ blokkeer. Dat laatste zou wel iets te maken kunnen hebben met de angst voor straf, waarvan ik in een van de Effectief met ADHD-sessies ontdekte dat die nogal bepalend is (geweest) voor hoe ik in de wereld sta. En dat onderscheid, ontdekte ik al oefenend met de gekleurde vlakken op de foto, is nogal eigenaardig. Ik creëer mijn werk namelijk grotendeels zelf. En niet alleen maar, of zelfs bijna niet – dat is juist waar ik tegenaan loop – omdat er nu eenmaal brood op de plank moet. Ik volg mijn eigen belangstelling, benader mijn opdrachtgevers met mijn eigen artikel- of andere ideeën. Of ik word benaderd door opdrachtgevers die ik ooit zelf heb benaderd omdat ik graag voor ze wil werken. Maar zodra er een opdracht is, is er een ‘moeten’ en is het niet fijn meer. En dan zijn er nog ‘moetens’ waar ik minder bewust voor gekozen heb, zoals het huishouden. Maar ik heb wel graag een opgeruimd en schoon huis.

‘Kies een kleur voor ‘ik’, een voor ‘wat ik wil’ en een voor ‘wat ik moet’, vroeg coach A. ‘Moeten’ kreeg iets viezigs lichtblauws, ‘ik’ een frisser en knallender blauw en ‘wat ik wil’ een wakker grasgroen. ‘Leg ze zo op de grond, in de verhoudingen zoals je voelt dat ze zijn. ‘Ik’ lag dichter bij ‘moeten’, maar met de streepjes in het patroon gericht op ‘wat ik wil’. ‘Ga staan waar je nu bent.’ Voelde OK. Niet ideaal, beetje onrustig, maar tegelijk vertrouwd. ‘Ga staan op ‘wat ik wil.” Vreemd. Dat voelde eenzaam, helemaal niet zo geweldig als ik dacht. ‘Ga staan op ‘wat moet’. Ook niet geweldig, maar stukken beter. Want, inderdaad, zo vervelend is het allemaal niet wat ik ‘moet.’ Het meeste van wat ik moet komt voort uit wat ik wil.

Coach A legde ‘wat moet’ en ‘wat ik wil’ veel dichter bij elkaar en bij ‘ik’, zij het uit het directe zicht. Ze liet me er vlak bij kiezen, paars, voor zenmeditatie. Had namelijk al verteld dat dat een van mijn belangrijkste hulpbronnen is. En nog één, oranje, voor iets waar zij niet van wist wat het was en ik ook niet, maar dat dat onderscheid  tussen die vlakken wegneemt en legde dat op veilige afstand van het kwartet dat zij ‘mijn hulpbronnen’ noemde. ‘Ga daar eens op staan.’ En verrek, jawel, vanaf een afstandje kreeg ik goed overzicht op die vier en voelde ik me een stuk prettiger. Niets moeten, niks te krampachtig willen, gewoon zijn.

Heeft weinig met ADHD te maken, zoals psycholoog E en de stagiaire zouden zeggen. Al hebben mensen met ADHD wel vaker een probleem met autoriteit en dus ‘moeten.’ Wel met mij. Nu alleen nog even uitzoeken wat dat oranje vlak is.

Klaar voor de start

Voelt raar. Ben nog lang niet klaar. Had een mooi presentatiemoment willen organiseren. Maar ik wil ook nú van start. Hierbij, het is zover. Deze site gaat nù van start. Tata, tarararatataaaaaaaa, welkom op de website van Add & Anke!

Je ziet, de site is nog volop in ontwikkeling. Het gaat ons, Add&Anke, eigenlijk te langzaam. Noem het ongeduld, perfectionisme, uitstelgedrag, typisch Add, typisch Anke, andere prioriteiten of ‘gewoon nog even niet aan toegekomen.’ Of neem het gewoon zoals het is.

Met het kiezen en vastleggen van de domeinnaam, dit bericht en de eerste pagina’s op deze site, zijn de eerste stappen gezet. Voor de blog, die rode draad zal worden, verwijzen we je voorlopig nog even naar de blog ADD, en nu? op www.ankewelten.nl.

Wordt vervolgd!

Nog even niet

Ik heb gisteren de stok achter mijn deur genegeerd. Willens en wetens. Ik zag hem de hele dag, maar gaf andere bezigheden voorrang. Aan het eind van de middag glimlachte ik in gedachte naar degene die de stok hanteerde en zette de computer uit. Eerst even ‘niets’. Twee overvolle cursusdagen gevolgd door een kleine werkdag ‘geregel’ was genoeg, mijn hoofd en lijf zaten vol. Ik hield mezelf voor dat ik er misschien een uurtje later alsnog voor zou gaan zitten. Maar wist ook dat mijn avond computervrij zou zijn. Afgelopen maandag schreef ik mijn laatste laat-avondlijke blog. Het kostte me een zoveelste nacht slaap. En schreef ik niet een paar weken terug dat schrijven tegen de vermoeidheid in weinig zin heeft?

Klinkt zo verstandig, maar het voelt als ordinair uitstellen. Zoals ik voor mijn gevoel tijdens de afgelopen trainingsdagen, woensdag en donderdag, steeds aan het uitstellen was. Elke keer als ik iets in de groep wilde gooien – over mijn diagnose, mijn plannen met en naam van mijn nieuwe site, over mijn overwinningen in het hulp-vragen, over dat ik te laat kan komen en me niet langer gek maak met mijn eigen schaamte, over ja, wat is er allemaal nìet veranderd in de afgelopen maanden?! – vertelde iemand anders iets waarvan ik dacht ‘Daar kan ik niet aan tippen, wat stelt mijn verhaal eigenlijk voor?’ en hield ik me in, in een mengeling van een  berusting die ik nog niet goed van mezelf ken en het juist overbekende mezelf opvreten. Dat werd sterker, toen een oefening  me hielp herinneren aan wat ik in de cursus vooral wilde halen: vertrouwen in mijn eigen kracht en die volledig durven inzetten. Terwijl ik dat doel in gedachten nam en doorvoelde en mijn groepsgenote ondertussen met haar handen druk uitoefende tegen mijn bekken, voelde ik mijn voeten en benen verdwijnen. Wat nou, eigen kracht? Ze kwamen terug, mijn voeten en benen, tuurlijk kwamen ze terug, zij het dusdanig trillend dat ik dat tot hoog in mijn borst voelde. Welke stemming ik nodig heb om dat wat ik halen wil te vinden, was een vervolgvraag bij de oefening. Nou, vertrouwen. Kom maar op. Ga ik staan, voel ik alleen maar hoe ik eng ik dat vind. ‘Waarom denk je dat dat bij jou zo werkt’, vroeg trainster René. ‘Zelfbescherming?’ Voorlopig hield ik maar weer even mijn mond.

De lessen gingen grotendeels over waarden, persoonlijke waarden die je dusdanig verinnerlijkt hebt dat je je er nauwelijks bewust van bent dat ze je sturen. En die er, als ze onder druk staan, er zomaar voor kunnen zorgen dat ik (laat ik het eens op mezelf betrekken :-) ) maar weer eens een baan opzeg of een vriendschap verwaarloos. Vrijheid, rechtvaardigheid, betrokkenheid zijn van die waarden voor mij. En in mijn werk, zo ontdekte ik, is ook impact voor mij van belang. Als wat ik doe geen impact heeft, laatst staan een impact waar ik me voor schaam, dan is dat me mijn toch al zo schaarse tijd en energie niet waard. Ook al proberen talloze stemmen in en om mij me ervan te overtuigen dat het uiteindelijk vooral belangrijk is dat er brood op de plank komt, dat iedereen wel eens dingen doet waar hij niet helemaal achter staat, dat ik nu eenmaal niet alles voor het kiezen heb.

Volgt er een oefening over het waardenduo impact-geen impact. Het ene vlak op de grond verbeeldt het ene uiterste, het andere het andere. ‘Ga staan waar je nu bent.’ Ik stap tussen de polen in, in het midden. Uit de reacties op dit blog maak ik op dat mijn werk de afgelopen maanden meer impact  heeft dan het in jaren gehad heeft, misschien zelfs wel dan ooit. Het voelt raar. ‘Ga staan waar je wilt staan.’ Ik spring op het vlak ‘impact.’ Dat voelt niet alleen raar, maar ook eng. Invloed geeft verantwoordelijkheid. Kan ik die dragen? Als wat ik doe tegen me gebruikt kan worden….. Ik doe een stap opzij en nog een en nog een, tot ik bij ‘geen impact’ ben aangeland. Voelt zo gek nog niet. Bekend, veilig, kijk maar even niet naar mij. Het lijkt wel alsof alleen mijn hoofd naar ‘impact’ wil.

Later merk ik dat er nog nauwelijks een weg terug meer is. In een oefening over praten over kwetsbaarheid, zijn vier paar ogen steeds op mij gericht. Vragend om mijn verhaal èn vragend om mijn ‘goedkeuring.’ Stemmetjes van binnen blijven hardnekkig vragen of ik het goed doe, terwijl ik in die groep en elders voor sommigen juist een voorbeeld ben. Voelt doodeng om dat te schrijven. Wie denk ik wel dat ik ben? Anke ben ik, die van ‘nog even niet’ maar ondertussen wel degelijk. Dank, aan iedereen uit mijn trainingsgroep en alle stokken achter de deur, voor het vertrouwen.

Stok achter de deur van gisteren, die vandaag dan toch haar werk deed:  Annemarie Sweep. Dank je Annemarie!

Schrijven met-zonder beperking

schrijven-met-zonder-beperking-300x168Welles, maandag was wel een dag te vol. Ik eindigde de  dag energiek en blij bloggend. Daaruit dacht ik te kunnen opmaken dat ik, dankzij de opleiding Effectief met ADHD en heldere doelen voor ogen, inmiddels meer kan hebben. Dat  het een absurde gedachte is dat vier afspraken op een dag me teveel is. Goed, andermans webteksten schrijven tussendoor, dat lukte niet. Dat vond ik jammer, maar ik had er alle vertrouwen in dat het de volgende dag goed zou komen. Vandaar het positieve einde van mijn verhaal van die dag.

Dat positieve einde trek ik terug. Het kwam niet goed, de volgende dag. Goed, ik had ’s ochtends een afspraak die erg leuk en inspirerend was. Jippie. Daarna de hele middag vrij voor het schrijven van die teksten. Jippie. Ik ging ervoor zitten, tot vier keer toe. In de bibliotheek, zonder in te loggen op internet. Lekker rustig. Ik heb foto’s uitgezocht. Mijn digitale to-do-lijst weer eens bijgewerkt. Een paar keer koffie gehaald, het uitzicht op de nieuwe markthal bewonderd, mijn mail gecheckt op andere computers, wat gebrainstormd op papier, onder andere over die teksten. Een boek geleend dat ik al van een vriendin geleend heb, zodat ik dat haar snel terug kan geven. O ja, en toen ik voor de vierde keer zag gebeuren dat die teksten in steekwoorden bleven hangen, ben ik de markt opgelopen om inspiratie op te doen voor Sint-cadeaus.

Onderweg naar huis, bedacht ik me dat ik nog wat vergeten was. De volgende ochtend, woensdag 3 december, zou ik samen met Gwendoline Haslinghuis van Schrijfpaleis 010 een workshop verzorgen in het kader van Wereldgehandicaptendag: Schrijven met-zonder beperking. Ter introductie en inspiratie zou ik een verhaal vertellen. Over beperkingen en over beperkingen als kracht. Met als voorbeeld dat ik ooit ben gaan schrijven omdat ik vreselijk verlegen was en omdat het in mijn hoofd zo’n rommeltje was. Schrijven hielp me mijn gedachten te ordenen en over te brengen wat ik niet durf te vertellen. Ik was zo blij met die ontdekking, dat ik dat ben blijven doen, totdat ik goed genoeg was om er mijn beroep van te maken. Ik zou mijn betoog eindigen met de stelling dat mensen met een beperking volgens mij altijd wel ergens goed in zijn. In sommige dingen zelfs beter dan anderen, niet ondanks maar dankzij  hun beperkingen. Kijk maar naar mij. En hebben blinden niet vaak een heel sterk gehoor?

Hoezo, beperking als kracht, snauwde ik me op mijn fiets toe. Welke kracht? Uitstellen, me laten afleiden, dáár ben ik sterk in. Mijn gevoel ontkennen, ook een gouden gave. Voelde me moe, maar bleef proberen. Deadline is deadline. Eenmaal thuis, chagrijn. Eten, opruimen, lezen, snauwen, naar bed. Wakker liggen. Ik schreef mijn beperking=kracht=relatief-verhaal om drie uur ’s nachts. Had ik dat maar gehad. ‘Deed’ die workshop, vrijwel zonder deelnemers. Werkte de rest van de dag aan die teksten. Tussen meer Facebook, foto’s, lijstjes door. En tegelijk met het Pronkstuk van Ted, dat gelukkig wel gemakkelijk uit mijn vingers kwam. Tot ik, na negenen, wankelend naar bed ging.

Gisteren een nieuwe poging. Fitter, na eindelijk een behoorlijke nacht, gevolgd door twee meditatiesessies in de vroegte. Deel één van drie delen van de opdracht is af. Best aardig geworden, al zeg ik het zelf.  De rol van de beperking? Die laat ik maar even buiten beschouwing.

Stok achter de deur van vandaag: Joost Burger. Dank je Joost!